C&D Canal & Delaware Bay & New Jersey
Buitenom Cape May naar New York City
Vanuit Annapolis varen we verder naar het noorden, dieper de Chesapeake Bay in om daar het C&D Canal in te draaien. Het is een droge bewolkte dag met een waterig zonnetje en slechts 5-10 kn. ZW wind; te weinig om het zeil vol te houden. De ijzeren fok moet dus bij. We gaan voor anker in Chesapeake City, nog net Maryland. Daags erop gaan we na de koffie, met 2-2,5 knoop stroom mee, verder het C&D Canal in en de Delaware Bay op. We hebben veel regen gehad vannacht en het wordt een koude bewolkte dag. Het voordeel is wel dat er nu geen muskieten zijn. We vermoeden dat het in de Chesapeake Bay ’s zomers wel anders kan zijn; bloedheet, windstil en veul muskieten. In de Delaware Bay draaien we de Cohansey river op en de overgang is groot. Van een brede riviermonding met redelijk vrachtverkeer naar een erg mooie stille omgeving met wuivende rietkragen. Het stroomt er nog aardig, maar we liggen beschut, ook als het ’s nachts flink onweert.
Cape May (New Jersey) bereiken we over zee. Er staat hier een aardige dot stroom bij de ingang. Dit komt doordat de baai erachter in verbinding staat met de Delaware Bay via een short cut. Deze short cut is voor ons echter niet bevaarbaar i.v.m. een te lage brughoogte.
Cape May is een mooie oude badplaats met zgn. “Painted Ladies” en Gingerbread Houses (zwaar opgemaakte dames oftewel huizen beschilderd in pasteltinten en peperkoekhuizen). Je kent het wel de houten huizen met veranda’s. Ik ga hier naar de kapper en de eigenaar van de salon vraagt spontaan of we ook nog naar de “grocery” moeten? Hij brengt ons wel even met de auto en zet ons daarna keurig, met onze boodschappen, af bij de Minoris. Wat een service!
De alcoholwetgeving in New Jersey is zeer gecompliceerd, is gebaseerd op vergunningen en verschilt zelfs per stad. In Atlantic City is alcoholverkoop 24 uur per dag toegestaan. In Cape May wordt er in de supermarkt geen bier en/ of wijn verkocht. Restaurants hebben vaak een BYOB/ bring your own beer systeem. Dan hebben ze geen vergunning, maar je mag wel zelf iets meenemen; ze rekenen dan iets aan “kurken-/ flessengeld”.
Het weerbericht is veranderd en de voorspelde noordenwind wordt later verwacht, dus we besluiten om, als de mist is opgetrokken, te vertrekken. Bij anker opgaan hangt er een heuse horseshoe crab aan de ketting, we zagen er gisteren in de baai al een (dood) drijven. Ons plan is om in een stap door naar NYC te zeilen (120 mijl). Atlantic City slaan we over, dit ligt 35 mijl noordelijker en staat bekend als een “Las Vegas van het Oosten”. Daar zitten we nu niet echt op te springen en als we nu gaan lijkt het v.w.b. de swell het meest comfortabel te zijn. Uiteindelijk belanden we toch in Atlantic City. De wind is toch meer NNO en het opkruisen kost erg veel tijd en energie. We varen 55 mijl om hemelsbreed 35 mijl te overbruggen. Het is hoog aan de wind en onder flinke helling, ondanks een 1e rif. Ik zeg dan altijd dat we “over de kastjes” moeten lopen i.p.v. over de vloer. De schipper vindt dat ik overdrijf, maar comfortabel is wat anders. Hij kruipt gewoon binnen in een hoekje van de bank en gaat lezen. Ik wil wel naar binnen om op te warmen maar kan slechts liggen, met een Iphone op om podcast’s af te luisteren. Echt gemakkelijk bewegen en eten koken is er niet bij. Buiten is het aardig fris; we hebben onze gele zeilpakken en Dubarry laarzen aan. Dus dan wil je wel afwisselend naar binnen om op te warmen bij de kachel. Afijn; al met al liggen we goed voor anker in Atlantic City en wachten we twee dagen op een beter weather window.
In Atlantic City pakt de schipper de klussenlijst aan. Hij trekt een (nood)kabel voor de navigatieverlichting op de voorpunt, deze is volledig gecorrodeerd. Een hardnekkige lekkage in “Clemens” zijn hut wordt wederom gekit, het rubber in het kleine voorluik gesmeerd (ook voor lekkage) en de giek gesmeerd om het irritante piepen op te heffen. We proberen het “no knead bread mix” uit met redelijk resultaat. Dit als proef voor de oversteek, want vacuüm verpakt afbak(stok)brood kennen ze hier niet. Het Amerikaanse brood zelf lijkt het meest op Engels brood. Ze kennen geen knapperige korst hier, alhoewel ze reclame maken voor “European style”.
We zijn al die tijd al op weg naar NYC, maar aan de reacties te peilen duurt dat wel erg lang. Dit klopt ook; de afstanden in de USA zijn echt heel groot. Ter vergelijking: de afstand Miami – NYC is 1600 mijl en komt grofweg neer op een retourtje Zeeland – La Coruna en dat in goed 2 maanden.
In een lange dagtocht overbruggen we de laatste 90 mijl. Het wordt halve wind, ruime wind, voor de wind met een ZO 15-20 kn. en een stuk aangenamer. De swell komt vanachter en valt mee. Op het eind van de dag loopt de wind op tot 25-30-35 kn. en met stroom tegen wind geeft dit een aardige golfslag in de aanloop van Lower Bay. We gaan hier, het begint net te gieten, voor anker achter Coney island: Gravesend Bay met uitzicht op de Verrazana Narrows Bridge.
De volgende ochtend is het tij gunstig en kunnen we stroomopwaarts; de Hudson river schijnt hard te kunnen stromen tot 4 kn. Jammer genoeg is het een bewolkte dag met miezerige regen; drizzle. New York hangt in de wolken, evenals Miss Liberty en kunnen we “geen mooie plaatjes” schieten van onze Minor ervoor. Maar het mag onze pret niet drukken: Yes; we zijn in NYC! Een nieuwe mijlpaal bereikt en het voelt ook als heel bijzonder; op eigen kiel in the Big Apple.
79th Street Boat Basin op de Hudson river is ons eigenlijke doel. Hier kun je een mooring oppakken voor 30$ per dag (waar vind je zo’n goedkoop hotel in NYC??) en je ligt dus voor de 79th straat West: recht voor het centrum Manhattan. We liggen hier prima om de stad te ontdekken. We kunnen hier in de bewaakte Marina met de dinghy aan de kant, onze vuilnis kwijt, onze was draaien en drogen en vers water tappen. Moet je wel even opletten dat je de partner van de grote Canadese gans niet tegenkomt bij het aanleggen en hem irriteert bij het bewaken van zijn lief en broedsel in een (zo te zien al langer) onbewaakte dinghy; ze ligt er heerlijk op een kussen 🙂
Het is 9 mei en we hebben nu nog zo’n 3,5 week de tijd voor onze geplande oversteek naar de Azoren. Aanvankelijk is het idee om de laatste 1,5 week een (betaalbare) Marina in te duiken om voor te bereiden. Maar dat idee laten we varen als we de prijzen, in de regio, zien: 2-4 $ per foot per dag (excl. tax en stroom). Dit vinden we voor onze 40 voeter, toch aardig oplopen. We blijven aan de mooring liggen en in het begin is het zoeken naar de balans tussen onze doelstellingen:
1. NYC bekijken.
2. Shoppen voor thuiskomst.
3. Klussenlijst verder afwerken, voorbereiden en foerageren voor de oversteek.
4. Uitgerust (fysiek en emotioneel klaar) zijn voor de overtocht.
De 1e week loop ik natuurlijk (weer) te hard van stapel en sleep ik Tjebbe overal naar toe totdat ik merk dat mijn schipper loopt te malen met zijn klussenlijst in zijn hoofd. We maken pas op de plaats en de eerste de beste dag dat de rivier rustig is klimt hij de mast in voor inspectie en bouwt de watertank uit om het schot te verstevigen (met glasmat en epoxy) waar de watertank aanhangt en tevens onze slingerkooi is. Oef dat geeft, gelukkig, lucht.
Later wordt ook het aanrechtblad opnieuw vast gekit. Ja; de boot wordt intensief gebruikt doordat je er continu op leeft. Ook lukt het om een van de fototoestellen, provisorisch, te repareren (het batterijdekseltje sloot niet goed meer af). De motorolie, het oliefilter, de keerkoppelingolie en de brandstoffilters worden allemaal ververst. Het brandstofopvoerpompje blijkt niet goed meer aan te zuigen en wordt dus vervangen. Gelukkig heeft hij een reservepompje meegenomen uit Spanje.
De waterlijn, de kuip en opbouw wordt gepoetst, de bakskisten weer eens opgeruimd en alle lijnen weer eens doorgelopen en de kotterstag aangeslagen.
Het weer is erg wisselend. In het begin staat er een harde schrale koude wind, daarna mooi voorjaarsweer, afgewisseld met regendagen. Geleidelijk aan lijkt de temperatuur toch op te klimmen en ontbijten we weer in de kuip. De kachel gaat ook beduidend minder vaak aan. Een paar dagen later ligt de 1e tropische depressie, Alberto, voor de kust van Georgia, South & North Carolina. We hebben er, gelukkig, geen last van. Tijdens het weekend van Memorial Day is het warm en erg broeierig; er hangt veel onweer in de lucht, na een aantal mist- en regendagen. In het zuiden en op de oceaan is het weer erg onrustig en de 2e tropische storm, Beryl, stevent af op de kust van Florida en Georgia. Een tropische storm krijgt een naam als hij een bepaalde kracht krijgt (>39 knopen) en kan oplopen tot een orkaan/ hurricane. Ze zijn dit jaar al vroeg actief. De Schorpioen, waarmee we dagelijks, via ons SSB netje, contact hebben, ziet zich helaas genoodzaakt haar koers te verleggen. Ze waren reeds drie dagen onderweg van Charleston naar Bermuda en koersen nu naar Norfolk. Balen voor hun, gelukkig hebben ze geen echte, onoverkomelijke, schade. Grappig, door het dagelijkse SSB contact is het net of we ze al heel lang kennen, terwijl we ze nog niet “live” ontmoet hebben. We leven met hen mee. Mijn schipper volgt voor hen het weerbericht op de voet. De Flying Swan en de Bodyguard liggen in het noorden van Florida en maken zich op voor het aankomende slechte weer in een Marina.
NYC voelt goed; als een echte stad: “De stad die nooit slaapt”. Veel huzzle en buzzle, prima. Ik voel me hier veilig en kan als vrouw ook rustig alleen op stap. Een metrostation is vlakbij, is snel, uitgebreid en een weekkaart kost 29$.
We beginnen met 2 dagen een hop on hop of tour zonder af te stappen; dit om een beeld te krijgen van de stad. De 1e dag Down Town tot het zuiden en de Brooklyn tour. Op de Manhattan bridge ervaren we zelfs een klein beetje een gevoel van hoogtevrees, ongekend. Er staat een harde gure wind dus we worden erg koud en besluiten Macy’s (een soort Bijenkorf) in te schieten; om warm te worden en wat te shoppen. We sluiten de dag af met een heerlijke echte goede pizza vlakbij de boot.
De dag erna maken we de Down Town tour, terug naar het centrum, af en pakken we door met de Up Town tour door Harlem. Op Times Square heb ik een kort moment het gevoel van “Oe wat een hoeveelheid prikkels hier”. Op het eind van de middag bezoeken we het MoMa (op vrijdag is de entree gratis van 16.00-20.00 uur en we blijven echte Hollanders). Het is de moeite waard. We genieten van de surrealistische schilderkunst en designontwerpen. De tuin bevat en aantal fraaie beelden. Als dagafsluiting eten we sinds lange tijd weer eens heerlijke mosselen met franse frietjes.
Nu kunnen we verder met de metro op pad en doelgerichter keuzes maken. Het tempo zit er weer goed in en zal, vanzelf, wel af gaan zwakken. Het is wel fijn om ’s morgens rustig aan boord te ontbijten en soms wat te tutten. We hebben, dankzij onze Virgin Mobile Broadband, goede internet aan boord en kunnen o.a. specificaties van computerware opzoeken. We bestellen hier bij “Best Buy” nieuwe pc’s voor thuis. Het is hier prijstechnisch interessant en we hebben er geen meer. Zo langzamerhand komt het inrichten van ons huis in ons hoofd op. Dat is ook wel weer leuk en geeft nieuwe ideeën. We weten ook niet altijd meer, wat we nu wel of niet opgeslagen hebben. Het was 2 jaar terug, ook wel een hectische periode, dat vertrekken 🙂
We gaan met de metro opnieuw naar Brooklyn en wandelen over the Brooklyn Bridge terug naar Manhattan. Het uitzicht op het Financial District is bijzonder.
Bij het befaamde “Katz’s” on the Lower East Side laten we het eten maar voor wat het is: “veel en real American style” en genieten in dezelfde straat van een bagel met zalm bij “Russ & Daughters” een niet minder mooie joodse deli-shop
Een mooie lentedag benutten we voor een wandeling door het uitgestrekte Central Park met o.a. de Strawberry Fields van Yoko Ono. Daarna is het uitzicht vanaf the Top of the Rock fenomenaal. Dit is het uitzicht vanaf het dak van Rockefeller Center en wordt door kenners omschreven als een “opener” view als vanuit het Empire State Building.
In onze wijk “the Upper West Side” zitten een aantal mooie “Yuppen”supermarkten (Fairways, Zabar’s, Fresh Market) met veel snelle verse kant en klaar maaltijden en deli-producten, maar is minder ingericht op basisartikelen (om bijv. brood te bakken) en we zijn er nog niet uit hoe/ waar de boot te foerageren voor de oversteek. Het is hier te voet sjouwen met alle boodschappen en met de dinghy naar de Minor brengen. Uiteindelijk blijken ze ook een bezorgservice naar de Marina te hebben.
Een volgende dag wordt besteed aan Wallstreet (de NY Stock Exchange is sinds 9/11 niet meer voor publiek toegankelijk), the Trinity Church, the Freedom Tower en het 9/11 Memorial. Het 9/11 Memorial is in zijn strakheid indrukwekkend. In de Century 21 Outlet Store shoppen we nog even wat poloshirts om op de terugweg SoHo te verkennen.
Bij TKTS South Street Seaport Booth is de rij beduidend minder als op Times Square en we scoren daar, met 50% korting, 2 kaartjes voor de klassieker Porgy & Bess. Het is de derde nieuwe release, jan 2012, van Porgy & Bess en het is een goede performance in een mooie ambiance, het Richards Rodgers Theatre, op Broadway.
We eten van tevoren in de Oysterbar in het Grand Central Terminal. Het in Beaux – Arts stijl station op zichzelf is erg indrukwekkend; groots en overweldigend. Uiteraard beginnen we met oesters en we krijgen nu de gelegenheid om de befaamde soft shell crab, uit Maryland, te eten. Het is lekker, maar wij vinden een “gewone” krab met harde schaal smakelijker. Ze zijn ook veel kleiner van stuk, er worden er drie op een bord geserveerd. De Europese oesters zijn wat ons betreft ook smakelijker; bij ons zit er meer zilt/ vocht in (dit hadden we in Charleston ook al ervaren).
Het enige nadeel van uit eten in de USA is dat ze het begrip “tafelen” niet kennen: Alles wordt in een sneltreinvaart geserveerd, het is echt voedsel tot je nemen. Wil je langer zitten dan is het hier de bedoeling dat je aan de bar gaat zitten. Dat vinden wij geen “avondje uit eten”. Maar dat wisten we al, vandaar dat we hier voor de voorstelling gaan eten.
Grappig om te ervaren dat ik me sinds NYC weer aan het opmaken ben. Dat is 1,5 jaar geleden; in de Carieb zweet je de oogschaduw van je gezicht af en zet het geen zoden aan de dijk. Ook lak ik mijn nagels weer eens, we kunnen hier shoppen, toch?
The Highline is een fraai aangelegd park, hoger gelegen, over een oude spoorlijn en een slim idee om groen te creëren in een stad. In aansluiting hierop bezoeken we Chelsea Market, van origine een National Biscuit Company met nu, op begane grond, veel food stores met o.a. een schitterend “Lobster Palace” viszaak. Daarna wandelen we en drinken we wat op een terras, in het “Meatpacking District”, een van de nieuwere Yuppenbuurten van NYC.
Op the 5th Avenue kijken we meer dan we shoppen. Ik vindt de winkels nou niet zo bijzonder cq. apart. Het zijn meer de grote flagship stores van bekende merken dan exclusieve (kleding)zaken. En passant pakken we ook nog even de Saint Patrick’s Cathedral, het kitscherige/ over de top Trump Tower en het mooi art deco Chrysler Building mee.
Op zondagmorgen gaan we vroeg uit de veren: op naar Harlem en the Abyssinian Baptist Church voor een worship van 9.00-11.00 uur. Voor Tjebbe hoeft het allemaal niet perse en zwijnt: hij krijgt geen toegang. Hij is niet goed genoeg gekleed met een kniebroek. Ik mag wel naar binnen en zie kans om na 30 min. stilletjes te vertrekken. (Rob, nog bedankt voor de tip om op het balkon plaats te nemen). Ik heb zo toch een goede indruk gekregen van de sfeer, de gezamenlijke swingende gospelzang en de zondagse kledij; hoedjes, jurkjes, pakken enz. Ik krijg (gelukkig) niets mee van de (retorische) preek.
En passant bekijken we de (reizende) expositie van de Terra Cotta Warriors in het voormalige gebouw van “the New York Times” op Times Square. Deze is nu hier, het is erg mooi en bijzonder: levensgrote stukken, gebakken klei, van strijders en (kleine) paarden en dat in die tijd (2e eeuw BC).
En dan eindelijk bezoeken we het Guggenheim. We bewaren musea voor regenachtige dagen. Het is een beetje teleurstellend; de helft van het gebouw is gesloten en onder handen voor een nieuwe expositie tot 8 juni. Het is het spiraalvormige gedeelte. Jammer, dit is al zo vanaf 14 mei. We hadden dus een van de eerste dagen in NYC ernaar toe moeten gaan 🙁 Dan hadden we John Chamberlain “Choices” kunnen aanschouwen, weet niet of we dat echt gewaardeerd hadden, heel modern. We kunnen ons wel voorstellen dat stukken daar goed tot zijn recht komen in die ronde spiraal. Het gebouw is mooi.
De exposities die er nu zijn vallen ons tegen of beter gezegd kennelijk zijn wij hier niet de echte liefhebber van. Kadinsky is jammer genoeg uitbesteed. Er rest alleen een (kleine) ongoing collectie “de Thannhauser Collection”. Dit heeft mooie stukken van Picasso, van Gogh, Cezanne, Gauguin, Manet. Misschien waren onze verwachtingen ook te hoog gespannen. We hadden in Bilbao dan ook een superervaring en herinnering. Het Guggenheim is daar veel groter. Anderzijds mogen we niet klagen; we hebben al zoveel mooie musea (MoMa, Hirshhorn) gezien tijdens onze reis.
Tijdens een ontbijt in de kuip worden we verrast door een vlootparade van Tall Ships. Ze varen de Hudson op en ook weer af i.v.m. de Fleetweek and Tall Ships Cruises NYC 23-30 mei 2012. Ze zijn op weg naar Green Port (Long Island Sound). Of het vuurwerk ’s avonds daar ook nog bij hoort, blijft voor ons de vraag.
Ondertussen lopen we heel wat af in de wijken van NYC: China Town, Little Italy, Greenwich Village en is het “shop till you drop”. Tjebbe is al aardige voorzien v.w.b. kleding voor thuis in NL. Bij mij kan er nog wel wat bij 🙂 Ook West Marine in de Jodenbuurt, de 37th Str. West doen we meer dan eens aan. We ontdekken een grote supermarkt, de grootste in NYC (?) “Whole Foods Market” op Columbus Circle. Dit geeft de impuls om mijn menu- en boodschappenlijst te actualiseren om geleidelijk aan de Minor te bevoorraden voor de oversteek. Er is hier in NYC geen “no knead bread mix” te krijgen. Ik zal dus “ouderwets” moeten gaan kneden; als bakkersdochter en fysiotherapeut moet dat ook lukken. De schipper is alle nieuwe elektronica zeevast aan het opbergen.
En dan ziet het er even niet naar uit dat we binnenkort kunnen oversteken, maar de situatie verbeterd gelukkig snel 🙂 Ik heb al een dag of drie wat last van mijn linkerknie, wijt het aan het sjouwen in een stad. Heb daarnaast alle voorraadkastjes in de boot uitgeruimd en gepoetst (er zaten kleine zwarte beestjes in de pasta en bloem en dus alles weggegooid). Meteen dus de voorraad gecheckt en daarna de 1e lading boodschappen gehaald. Dit toch met de metro, omdat we het dan ook kunnen behappen in onze dinghy met regenweer.
En dan ’s avonds voor ik naar bed ga, draai ik gewoon op de bank en zit mijn knie acuut op slot. Kan er amper op steunen en niet meer strekken, hij wordt ook behoorlijk dik. Ik kan goed slapen, maar niet goed eruit om naar het toilet te gaan. Lig dus al te malen en zie al diverse scenario’s voorbijkomen: hoe verder? Zie mezelf zo niet oversteken (de schipper had hetzelfde liggen denken). De vraag diagnostiek en evt. OK (zit er een meniscus of kraakbeendeeltje ingeklemd?) en, niet geheel onbelangrijk, hoe en wanneer verder met de boot? Afijn; eerst Tjebbe geïnstrueerd om mijn oude Cyriax technieken uit te laten voeren: tractiemobilisatie en het lijkt te helpen; ik kan hem verder strekken. Vervolgens met een NL.’s alarmnummer van de verzekering geskypt: Je moet van hen toestemming hebben om in de USA een specialist of ziekenhuis te bezoeken. Dit krijgen we. We komen uit op het Lenox Hill Hospital in the Upper East. Daar is een “emergencie post” en de bus rijdt er zo naartoe. Dus met 2 Nordic Walking stokken (destijds van Lies gekregen en komen nu goed van pas) ernaar toe. Ze maken een röntgenfoto (geen bijzonderheden natuurlijk) en geven een stijve foam-brace, een wandelstok en schrijven medicatie en ijspakkingen voor. Ik mag dinsdag de orthopeed bellen voor een vervolgafspraak; een MRI kan hij alleen dan voorschrijven. Hier is het maandag Memorial Day en een nationale feestdag. Het weekend hou ik de knie braaf hoog met ijs, NSAID, glucosaminen en een elastische zwachtel (die stijve brace is m.i niet goed, moet wel bewegen maar onbelast) Gelukkig gaat het de volgende dag een stuk beter en zo kan ik weer oversteken: Ik kan er weer op steunen en hij komt een stuk verder gestrekt (nog geen volledige slotextensie). Ga als het zo blijft dinsdag niet meer naar de orthopeed. Vermoed dat Tjebbe hem toch losgekregen heeft met de tractiemobilisatie, waarvoor hulde!
Gelukkig hebben we “alles” gezien wat we wilden in NYC. Ik had zondag nog naar het “Greenwood Cemetry” gewild. Stond op die dag i.v.m. een concert, maar jammer dan, wil voorlopig toch nog niet dood 🙂 Heb de tijd genomen om Podcast’s te downloaden voor onderweg: Met het oog op morgen, (Oude) Marathon interviews en NTR/ Pavlov vanaf jan 2012. Ruim 12 GB aan luistermateriaal.
We houden de weersvoorspellingen goed in de gaten en wachten een gunstig weather window af om te vertrekken, hopelijk volgende week. Normaliter komen er geen orkanen op ons pad, maar harde winden cq. storm is wel mogelijk op de terugtocht evenals windstiltes richting de Azoren (daar ligt normaliter een hoge drukgebied).
We moeten deze week vnl. nog foerageren en kleine klusjes doen, hetgeen Tjebbe evt. ook nog alleen kan. Had nog graag voor mezelf willen shoppen.
NYC is een echte fijne stad, als toerist maar ook om gewoon te leven. Er is toch genoeg “groen” in de stad en Upper West is een “gewone” woonwijk van Manhattan zoals je die in Amsterdam ook hebt/ kent. Ze spreken me zelfs aan of ik hier iets weet te vinden; kennelijk ga je voor local door als je geen fototoestel bij je hebt 🙂
De oversteek naar de Azoren is ruwweg 2100 mijl. Onze strategie zal zijn om zo snel mogelijk op de 38e breedtegraad te komen. We liggen nu bijna op de 41e breedtegraad, dus zo’n 160 mijl noordelijker. Met een koers zuidoost, vermoedelijk 2 vaardagen. Daar is de kans op depressies (statistisch) minder. We verwachten er tussen de 15 en 21 dagen over te doen.
Communicatie: Tijdens onze Atlantic crossing naar de Azoren zullen we 1x per dag onze vorderingen via SSB berichten en onze positie in shiptrak op de website plaatsen. Tegelijkertijd kunnen we dan mail ophalen via de SSB en/of Iridium telefoon. Als alles goed gaat (en laten we dat hopen) dan zijn de dagen op een oversteek redelijk voorspelbaar en dus wat saai. Ik vind het dan ook heerlijk om wat input van buitenaf te hebben. Dus voel je niet geremd om (uitgebreid) te mailen. Deze mailberichten zijn wel aan regels gebonden: bij een reply ons oorspronkelijke bericht verwijderen, alleen platte tekst (geen bijzondere opmaak) en geen bijlagen; anders komen ze niet door bij Sailmail.
Ik heb het idee dat als we op de Azoren zijn al bijna “thuis” zijn. Daarna is het “slechts” 1000 mijl (minder dan 10 vaardagen) tot de ingang van Het Kanaal; Brest of Falmouth en dan is het nog maar “een scheet” tot Zeeland. Maar laat ik het noodlot niet tarten; het venijn kan ook nog in de staart zitten en laten we eerst maar eens losgooien. We zijn er klaar voor: Alles gecheckt, alle procedures weer doorgenomen en opgefrist.
Voor onderweg hebben we twee routeerders:
1. Herb (South Bound II) een Canadese weergoeroe welke cruisers, via SSB, adviseert aan de hand van de actuele weersituatie.
2. Onze privé routeerder, Averell van Dalton Inc. in Nuenen welke de gribfiles over een groter gebied op zijn merites beoordeelt, interpreteert en ons doormailt.