De Oostkust van de V.S.
Florida “The Sunshine State” & Georgia “Gone with the wind”
Miami
Bij aankomst in Miami worden we door een politieboot met blauw zwaailicht teruggestuurd: er liggen hier 3 cruiseschepen gemeerd en daar mogen we niet langs, je zou toch eens slechte bedoelingen hebben 🙁 Dit betekent dat we toch zo’n 6 à 7 mijl om moeten varen om Biscayne Bay te bereiken. Na een klein stukje ondiepte (10 cm onder de kiel) gaan we voor anker boven Star Island richting Miami Beach. Het is zaterdag en razend druk met snelle bootjes in deze baai. ’s Avonds scrabbelen we onder de indrukwekkende skyline van Miami met de ondergaande zon en avondverlichting (daglicht is verschoven van 6.30-19.00 uur)
De volgende dag staat er de voorspelde harde wind en deze zal draaien van ZW naar N 20-25 kn. Ik ga met de dinghy naar onze buurman, de Cool Runnin’ om te informeren waar we met de dingy aan de kant kunnen; zo op het eerste gezicht is er niets te ontdekken. Door de golfslag sta ik daar te druipen in hun kuip; aangenaam kennismaken :-(. Ze hebben een paar goede tips en dus hier ook voor onze medezeilers/ volgers. Op www.activecaptain.com kun je gratis inloggen en zo allerhande info voor cruisers opzoeken voor de Oostkust van de V.S; Marina’s, ankerplaatsen, dinghysteigers, nautische winkels, foerageren, wasmachines enz. Moet je wel eerst internet hebben natuurlijk. We kopen later hiervoor een Virgin Mobile Broadband (soort dongle) met een maandelijks abonnement. Het loont hier de moeite, veel Wifi wordt afgeschermd en het 3G netwerk van “Sprint” zou, langs de gehele oostkust, goede dekking bieden (In Georgia heb ik hier al veel profijt van met goede ontvangst “in the middle of nowhere”). De schipper is vandaag druk bezig met het herstellen en back-ups maken van de software. Onze hoofd pc dreigde niet op te starten vanmorgen. Het is koud; slechts 21 graden, en we zitten de hele dag binnen i.v.m. de gure noorden wind.
We gaan met de taxi naar customs, deze bevindt zich in een terminal toch gauw weer 6 mijl verder. Ja, dat is als je in een grote stad terecht komt. Het proces verloopt overigens prima. We vermelden dat we uit de Bahamas komen en er wordt ons verder niets gevraagd. In Cuba hadden ze een los kaartje in onze pas gedaan met visum en stempel en dat is in de Bahamas weer ingenomen 🙂 . We zijn nu bekend bij hen en hoeven slechts een bepaald meldpunt van Border Protection te bellen als we ons verplaatsen.
Bij het inlopen van the Fresh Market in Miami Beach ervaren we een ware cultuurshock. Wat een assortiment aan mooie verse etenswaren; vlees, vis, fruit, groeten, bloemen, brood, gebak en alle delicatessen er omheen. Super en bijzonder! Zoiets hebben we sinds Europa niet meer gezien. Ik werd er een beetje “hebberig” van 🙂
Ook Lincoln Street is een mooie grote luxe winkelstraat. SoBe zoals de locals zeggen voor het hippe en trendy Miami South Beach. We verkennen Miami Beach en haar Art Deco District en lunchen op de Espagñola Way. De Ocean Drive is er om te zien en gezien te worden, ze zitten er op het terras met megagrote bowls (minstens 1 liter) Mojito’s voor 25$ en het is een file van luxe sportwagens: Mercedes, Audi en BMW’s . Er is ook nog een, iets minder trendy, North Beach, erg groot hier dus. Miami stad (Down Town) is meer een business stad en niet zo bijzonder (vinden wij).
We brengen de eerste week hier veel zaken weer op orde; er zijn hier weer de mogelijkheden en het weer is er ook naar; kouder en veel wind. Het heeft dan ook niet zoveel zin om snel door te stomen naar het noorden. We kunnen beter traineren tot het voorjaar intreed. Sinds vrijdag is het weer warmer en zitten we ’s avonds ook weer buiten.
We gaan met 2 bussen (1 uur, enkele reis) naar West Marine, in Miami zelf. Miami is een ware metropool, Amsterdam is er niks bij en Miami Beach is al een stad op zichzelf. Een auto huren heeft geen zin, het is overal druk en parkeergeld betalen. Het openbaar vervoer werkt goed, maar kost veel tijd. Met name omdat je er voor het eerst bent en alles uit moet zoeken. Waar lopen bussen, waar koop ik een dagkaart, hoe is het schema enz. We realiseren ons nu weer, hoe normaal dat is als je ergens al langer woont en op die kleine eilanden is het al snel te overzien.
Marine West Marine is een watersport zaak, we kopen daar de benodigde zeekaarten en pilots van de Oostkust van de V.S. Ook melden we ons aan voor een lidmaatschap van TowBoat US. Towboat US trekt je kosteloos vrij, 7 dagen/ 24 uur. We gaan naar het noorden, deels via de (A) ICW / (Atlantic) Intra Coastal Waterways en deels buitenom over de oceaan. Een en ander afhankelijk van brughoogtes, het weer en snelheid welke we willen maken. Er zijn op diverse plaatsen zgn. inlets/ doorgangen om te switchen. De ICW loopt vanuit het zuiden van Key West (Florida) t/m Norfolk (Virginia) en deels is natuurlijk (baaien, meren en rivieren) en deels is gekanaliseerd. Op sommige plaatsen is de diepgang (net) niet altijd voldoende. Met name in South Carolina zou de staat van onderhoud niet altijd up to date zijn en is het de vraag niet of, maar wanneer je vastloopt.
De schipper klust wat af deze dagen: olie verversen, dieselfilters vervangen, de MapTech kaarten op de pc aan de praat krijgen, de bimini’s en het rvs van de bbq poetsen. We werken de website bij en downloaden diverse podcasts. Ik trakteer mezelf, sinds 5 maanden, weer eens op een kapper en ben blij met het resultaat. Nuttige zaken allemaal dus.
De volgende zondag gaan we met de buurtjes, Jim & Marley van the Cool Runnin’ op pad. Met de bus naar de afsluiting van een Latin Festival “Calle Ocho” genaamd naar en in de gelijknamige straat van Little Havana, een buurt in Miami, welke bekend staat om hun Cubaanse invloed/ afkomst. Het wordt een gezellig dagje uit met hen. Het evenement valt echter tegen; we vinden het meer een uitgestrekte (zo’n 3 mijl lange) braderie en lange rijen voor de free promotion gifts. We hadden meer “Carnaval” verwacht met muziek, dans en kostuums. De politie houdt alles scherp onder controle met hun hooggeplaatste uitkijkposten op de kruisingen.
Vanuit Miami boeken we een tour naar the Everglades: an endless river of grass. Het is geen swamp/ moeras, maar de langzaamst stromende rivier. Het is hier, landinwaarts, nog zoet water en het leefmilieu voor de alligator. Hoe verder naar het zuiden, hoe brakker of zouter deze wordt en daar leeft de krokodil. We stappen in een airboat en krijgen oordopjes voor het lawaai Video: The Everglades airboat. Wat ik me niet realiseerde is dat je niet een zichtbare loop van een rivier volgt, alles is rivier met gras. Het lijkt er soms op of je zijdelings over de rivier of het saw-grass scheurt. Vreemd voor ons bootjesmensen. De natuur zou hierbij geen schade worden aangedaan?? De vogels; o.a. de grote blauwe reiger en zilverreiger zouden er aan gewend zijn? De bodem raakt de soft shell turtle/ schildpad en de alligator niet omdat de boot er a.h.w. boven zweeft? We zien wat trage alligators in het water of op de kant liggen, niet echt spectaculair. De uitgestrektheid van de natuur is indrukwekkender.
Onze buitenboordmotor houdt het plotseling voor gezien. De schipper krijgt het niet gerepareerd en zijn diagnose wordt later bij een Mercurydealer bevestigd: Hij vonkt niet, een spoel is doorgebrand, deze blijkt ook niet vochtdicht gemonteerd. Mogelijk toch een relatie met zijn “avontuur” in de Bahamas? Maar voor we zover zijn stappen we met de buitenboordmotor in een taxi om ons naar een Mercurydealer, 8 mijl noordelijker, te brengen. Hij ligt wel aan het water, maar we kunnen niet onder de Julia Tuttle Causeway brug door. Het is de enige vaste brug in de hele ICW met een hoogte van 56 foot i.p.v. 65 foot (leesfoutje bij de constructie 🙁 ) en onze masthoogte is 61 foot (18,5 m.); we moeten hier dus buitenom.
Er is slechts 1 spoel voorradig in de hele USA !? (Mercury heeft in de USA een ander typenummer). Deze spoel ligt in de staat Wisconsin. We laten deze met nachttransport van UPS komen, anders duurt het 5 à 7 werkdagen 🙁 . Jim, onze bootbuurman, is zo aardig om ons steeds naar de kant te brengen en halen. We liggen op zo’n ½ mijl oftewel 800 m. van de kant maar er staat toch al gauw 1 knoop stroom en dan is ertegen oproeien een aardige “body work out”.
Na 2 dagen kunnen we het gerepareerde buitenboordmotortje ophalen, naar the coin laundry (megagrote shops met snelle wasmachines en drogers hier) en vers boodschappen inslaan. We gaan alvast op het eind van de middag met opkomend water verkassen en ons anker uitgooien onder Fisher Island. Dan hebben we het stukje ondiepe, wat hier nog ergens ligt, alvast gehad (10 cm onder de kiel) en liggen we morgenvroeg dichter bij de inlet van Miami Beach om weg te komen. De wind is de laatste dagen vanuit het Noordoosten en dat wil je niet hebben in de Golfstroom. Ze spreken hier dan van de zgn. “Elephants”; hoge golven door een stroom tegen windsituatie.
Ons doel is buitenom naar Fort Lauderdale, slechts 20 mijl noordelijker, er schijnen toch wel ankermogelijkheden te zijn daar. De aanloop ervan is uhh lichtelijk enerverend/ stresserend. De motor houdt er plotseling mee op tussen de betonning in de vaargeul en gelukkig nog net voor de “blokkendam” (die liggen er als golfbrekers). We kunnen nog juist de fok weer uitrollen en ervoor afslaan. Ik loods de Minor geleidelijk aan, met 0.5 – 1,5 knoop snelheid, op de fok weer naar dieper water terwijl de schipper met de motor aan de slag gaat. Hij blijft echter telkens afslaan; de dieseltoevoer is ergens geblokkeerd, maar waar/ hoe/ waarom? Verstopte filters/ leiding? Een tweede aanlooppoging verloopt op dezelfde manier als hierboven beschreven en bij verder “prutsen” (op een schommelend schip, boven een hete motor) zegt mijn lief opeens: “Ik denk dat dit het was”. Een (klein) propje/ vervuiling in de dieselleiding welke hij (tijdelijk) wegdrukt. Je snapt wel dat we met “crossed fingers” de aanloop voor de 3e keer nemen en eenmaal in het kanaal kunnen we gelukkig ook nog probleemloos 2 bruggen afwachten alvorens onze (bewust gekozen) ankerplek op te zoeken in “the Middle River”. Daags erna staat de klus “tankinspectie en diesel uitzuigen op ongerechtigheden” hoog op het prioriteitenlijstje. Ja, zul je net zien; de dieseltank is voor vertrek volledig afgevuld uit de jerrycans en hij zit dus nokvol.
Waarschijnlijk is het probleem ontstaan bij het vertrek uit Miami; we hadden daar in de vaargeul 2 a 3 knopen (eb)stroom tegen de 10-15 knopen oostenwind en dat gaf flinke kuilen en een hoop “vast” water over de voorpunt van de boot. Binnen no time was het een ware heksenketel. Ik was vergeten het afsluitdekseltje van de luchthapper in het kleine voorluik te doen. Met als gevolg dat ik, gelukkig meteen, zag dat er “een emmer” zout water doorgeperst werd. Gelukkig net voor het bed en niet erop 🙂 Een RIB boat van Towboat US vond het spectaculair genoeg om met ons mee op te varen en foto’s te maken. Ik heb de foto’s opgevraagd bij hen. Vervuilde deeltjes in de tank zijn hier waarschijnlijk los geklotst en de boosdoener.
Het dieselprobleem wordt getackeld en ik ben toch zo blij met mijn technische schipper, dat snap je wel. Ik denk dan ik kan alleen maar assistentie oproepen om binnen getrokken te worden of doorvaren op zee tot het (ooit) opgelost wordt.
Voor mij is het “Hoog edelachtbare meneer de Motor” blijf het a.u.b. goed doen 🙂
In Fort Lauderdale liggen we op the Middle River rustig en beschermd. Fort Lauderdale is sjiek en luxe; op zoek naar een huis van –tig miljoen? Met een navenant bootje ernaast? Nou het ligt hier in rijen naast elkaar en wij liggen er nederig voor. Een stad met straten van water.
In deze bocht liggen nog zo’n 10 zeilboten, waaronder twee met een NL’se vlag, ze hebben het hier zo goed naar hun zin, dat ze er al liggen vanaf dec. en een beetje ingeburgerd zijn. We maken een wandeling naar Las Olas Boulevard, welke “het centrum van leven” zou moeten zijn, maar ons valt het tegen. Het is een boulevard naar en aan het strand, met veel eenheidsworst/ “fast food” restaurants. Het is druk met studenten door de springbreak/ voorjaarsvakantie hier.
Via de ICW varen we vanuit Fort Lauderdale naar Palm Beach. De vele bruggen draaien op vaste tijden of op vraag, maar alles verloopt soepel, zonder grote wachttijden. Onderweg is het druk bebouwd en een aaneenschakeling van “optrekjes aan het water” inclusief zwembad en boot. We moeten wel lachen om de “vogelkooien” om het terras en zwembad, maar kennelijk zijn er veel muskieten hier in de zomer. Palm Beach laten we maar voor wat het is en gaan er slechts een nachtje voor anker. We vinden de huizen verder naar het noorden toe eigenlijk mooier gelegen; met meer grond/ tuin en vrijheid. Maar ja als “celib” wil je natuurlijk wel zien en gezien worden hier 🙂
Op weg naar Fort Pierce komen we meer op rivieren en over Lake Worth. Het is een mooie natuur met volop watervogels en pelikanen. Je moet hier wel alert blijven en de vaargeul blijven volgen i.v.m. de diepgang. Op sommige plaatsen hebben we slechts 10 cm. onder de kiel. Opzij is het al vrij snel ondiep(er) en ligt het bezaait met visboeitjes. We ervaren het varen over de ICW dan ook als mooi, maar ook wel inspannend. Bovendien kost het relatief veel tijd; je doet in een dag van 8 vaaruren zo’n 45 (static) mijl.
In Fort Pierce gaan we op pad om een auto te huren. Jezus wat een kolere-eind lopen allemaal en erg eentonig. Uiteindelijk, na vele vruchteloze km’s lopen en voor (net) gesloten deuren te komen, laten we ons met een taxi naar Budget rent brengen en huren een auto voor 2 dagen (de kleinste haha; is een Dodge MPV, voor 45$ p dag). Het land van big – bigger – bigst!! Er wordt hier ook nauwelijks gelopen en/of gefietst en niemand weet ons de weg te wijzen??
We gaan, om tijd te sparen, vanuit Fort Pierce met de auto naar het Kennedy Space Center in Cape Canaveral, 70 mijl noordelijker. Het Space Center ervaren wij als indrukwekkend. Voor het “normale” (ticket) programma heb je al een volle dag nodig, zonder speelruimte. Ook voor niet echt technische mensen en kinderen is het boeiend. Een bustour brengt je naar 2 stops: the LC-39 Observation Gantry (observatiecentrum) en daarna naar the Apollo/Saturn V Center (het Apollo project gevisualiseerd met een originele Saturnus V raket). Onderweg rijdt de bus over het immens grote (natuur)gebied o.a. langs het VAB/ Vehicle Assembly Building en de grote grindpaden van de Crawler Transporter (rupsbandvoertuig voor de raket). Onderweg zie je dus ook alligators, manatees/ zeekoeien, eagle’s, een groot eaglenest met haar jong en andere grote vogels o.a. roze lepelaars.
Terug in het bezoekerscentrum moeten we ons haasten naar het Imaxtheater om de twee 3D films te kunnen zien van The Hubble telescoop en Space station, beiden zeer professioneel getoond. Ja dat kan Amerika wel met Warner Bross en de stemmen van Tom Cruise en Leonardo DiCaprio. De 3D beelden van het werken in de ruimte, door astronauten zelf opgenomen en de surrealistische kleuren van talloze hemellichamen; planeten, sterren, kometen, gassen in de kosmos is een bijzondere belevenis.
Op de terugweg naar huis (ons bootje) is op de radio Countrymuziek/ Classic, geheel in stijl dus. Eenmaal thuis pakken we slechts een kaasje en een wijntje, een lunch in de USA blijkt maagvullend.
Vanuit Fort Pierce (Florida) zeilen we 290 mijl verder naar het noorden over the Atlantic. We krijgen “haast”, willen we alles kunnen zien, wat op ons wensenlijstje staat in de USA. Miami en Fort Lauderdale hebben meer tijd gevraagd als gepland.
De tocht van 290 mijl verloopt goed, na 49 uur gooien we ons anker uit in the Herb River, bij “Dutch Island”. We liggen bij Thunderbolt een dorpje naast Savannah in Georgia.
De 1e dag op zee, vangen we weer een mahi mahi van 102 cm. en eten er de 2e dag heerlijk Ceviche van. Dit marineren van vers visvlees met citroen/ limoen (voor het afbreken van de eiwitten), ui en kruiden, koelen en later “rauw” eten is voor herhaling vatbaar. Ook ontmoeten we weer scholen dolfijnen welke met ons mee opzwemmen. Altijd aangenaam en een leuk tijdverdrijf Ze zien er weer heel anders uit als hun Caribische soortgenoten. Bij nazoeken in de boeken, houden we het op de Atlantic spotted dolphin. Ze zijn groter, dikker en meer gespikkeld grijs/wit. ’s Nachts is het koud; we zoeken sinds de Canarische eilanden, onze dichte zeilschoenen, dunne zeiljack en fleece weer op. De 1e nacht surfen we mee in de Golfstroom met zo’n 3,5 à 4 knopen stroom extra. Het gaat als een speer, boven op onze eigen snelheid van 3,5 – 5/6 kn, loopt de Minor een 8 à 10 knopen. Helaas staat er ook een aardige en onrustige, swell, wat mijn maag niet waardeert en dus op blijft spelen (gal) 🙁 De 2e dag verleggen we onze koers meer buiten de Golfstroom, dit om snelheid te minderen, anders zullen we de rivier in de nacht moeten aanlopen. De swell wordt daar (gelukkig) ook rustiger en aangenamer voor mij.
Voor anker liggend komen we bij met een heerlijke douche en genieten van de mooie omgeving: Getijdenrivieren met eindeloze vlaktes wuivend riet en gras, watervogels en her en der verspreid mooie herenhuizen in “the middle of nowhere”.
Vanuit Thunderbolt is het slechts een 20 min. bustocht naar Savannah. We worden direct belaagd door -tig musquitos uit het weelderige Spanish Moss welke in symbiose leven met de grote statige (eiken)bomen. Grappig zijn veranda’s met schommelstoelen van de houten huizen onderweg naar de stad.
Savannah; de “diva van het zuiden” is meer laid back als Miami. Meer provinciaal en draagt de sfeer van het koloniale zuiden en katoenplantages. Het historische centrum heeft nog 21 lommerrijke pleinen, met mooie herenhuizen uit de 18e en 19e eeuw. We pakken een “hop on hop of tour” door de stad met ene Kathleen in real American style; veel show dus en amuseren ons prima. Het is er nu, in het voorjaar al warm, we kunnen ons voorstellen hoe warm en vochtig de zomers hier kunnen zijn. De lunch, crab cake en omelet, smaakt ons goed aan het Waterfront van de Savannah river. De voormalige pakhuizen voor katoenoverslag zijn nu druk bezet als restaurant of Candy store. ’s Avonds genieten we nog na van onze indrukken bij de, hier gekochte, DVD “Midnight in the Garden of Good & Evil”. Een theatrale triller (meer theater als thriller) verfilmd door Clint Eastwood, welke zich in Savannah afspeelt.