In Transito Dominicaanse Republique en mijlen maken: Op naar Cuba
De eerste 1,5 week van januari brengen we nog door in Salinas, Puerto Rico en is het wachten op de terugkeer van de SSB uit de V.S. We zijn druk met (worden we actiever met temperaturen onder de 30 graden?) uitwisselen van (e)boeken, Spaanse taal, films, Maxsea, fotograferen van kaarten van de Bahamas en overnemen cq. uitwisselen van cruisegidsen met de Aait Vedan en de Tycha.
De nieuwe Zilt is voor de kerst gedownload bij de Panadería in Salinas en geeft me de impuls om te reflecteren naar mijn mooiste zeilmoment in 2011.. Misschien sleep ik er wel een Ipad2 uit, wie weet?
Het zeilersvolk hier is niet erg inspirerend en een beetje verlopen (Amerikaans) volk. Ze zitten ’s middags bij de Panadería te “werken” d.w.z. werken hun 3e biertje pas/ reeds weg. Anderzijds is het voor hun wellicht beter om hier te zijn als thuis “achter de geraniums” te zitten. Hun gemiddelde leeftijd is ook wel wat ouder.
En….. wij krijgen hier de tijd om te herstellen van allerlei kwaaltjes welke zich voordoen: Aanvankelijk speelt mijn rechterknie op (verdraaid?), wat zich later natuurlijk vertaald in de keten met gefixeerde en gedevieerde rugklachten en voor de solidariteit doet Tjebbe ook mee met zijn rug, nadat hij zich verdraaid. Tussendoor ook nog een paar dagen last gehad van diarree. Komt goed uit dat we in een rustige baai liggen zonder golfslag; het yogamatje doet goede dienst voor oefeningen op het dek 🙂
Vanaf zondag maken we ons op voor het (hopelijk) naderende vertrek; we draaien de was, tanken diesel en benzine, controleren het rubber van het voorluik (wat ook dreigde te lekken) en de rubbers van het toilet uit preventie. Helaas de domes van de schroefgaten breken af, de schipper heeft nog zo’n pomphuis, maar daar blijkt ook een aansluiting afgebroken. Er blijft dus zout water lekken.
’s Maandags huren we met de Aait Vedan nogmaals een auto en gaan op pad naar San Juan. Bij West Marine is de bestelde pilot van de Bahamas inmiddels binnen. We kopen nog wat courtesy vlaggetjes en uiteindelijk lopen we ook nog weg met een nieuwe toilet voor 210 US$! Een nieuw RM (=NL.) pomphuis is hier natuurlijk niet aan te komen. Dan maar over naar een geheel nieuwe “Jabsco”toilet; een mens moet toch wat nietwaar? 🙂
We doen de laatste vers boodschappen bij Wal-Mart en wachten dinsdag in spanning het telefoontje af van de SSB reparatie. De SSB zender/ ontvanger wordt dinsdagavond laat retour geleverd en woensdagmorgen installeert de schipper hem. Hij doet het gelukkig goed, dus dat was het wachten waard. Het probleem zat op het PA (Power Amplifier) board; een aantal weerstanden uitgebrand.
Met moeite nemen we afscheid van de Aait Vedan en zeilen naar Caya Muertos, een eiland voor de zuidkust. We zwemmen in mooi helder water en poetsen tegelijkertijd de onderwaterlijn van de boot. Het was nodig; er was weer een aardige aangroei van barnacles/ eendenmosselen.
We hebben “haast” en willen de 2,5 week wachten “inhalen” We zeilen direct door naar Bouqeron aan de westkant van P.R. Het is in het weekend het Zandvoort van Puerto Rico voor de locals, met verkooptentjes voor verse oesters en kokkels.
We ontmoeten de Lizzy en mogen met hun huurauto mee naar Mayaquez om uit te klaren. Achteraf blijkt dat niet eens nodig. We genieten gezamenlijk van een heerlijke lunch in de baai bij Joyuda en proberen terug in Bouqueron, met de voeten in het zand en onder het genot van een Mojito, “the green flash” te spotten.
We wachten op een goed weather window om de Mona passage over te steken.. Het bijzondere van die passage is dat de oceaan er erg diep is, ~1000 m en oploopt tot ~ 20 m op bepaalde plaatsen. De kans op hoge golven en golfbrekers neemt hierdoor toe. Een stop bij Mona Island zit er helaas niet in voor ons.
Het wordt een redelijke “rodeotocht”; halve wind en de swell komt ook van opzij onder de boot door. De Minor maakt hierdoor flinke schuivers 🙂 Het gaat zelfs te hard (zo’n 8 a 9 kn) zodat we het grootzeil 2x reven en deze later helemaal opdoeken om af te remmen. Ook de fok draaien we een (heel) eindje in, zodat de snelheid beperkt blijft tot 3-4 kn. We willen niet voor daglicht de ondiepe vaargeul aanlopen. Hij blijkt gelukkig goed betond en 3,5 diep te zijn. Er is weinig tot geen detailinfo op de MaxSea kaarten van de D.R. We moeten vertrouwen op de info en tekeningetjes van de pilot van Bruce van Sant en googelen op internet.
We meren af in Marina Cap Cana in de Dominicaanse Republique. De Marina regelt de inklaringsprocedure met de autoriteiten vrij soepel. Ze komen met zessen personen aanzetten. De man van Agricultura vraagt 20 US$ en hoeft geen inspectie. Immigration kost 48 US$ voor de boot en 2x10US$ voor ons en stempelt het paspoort, Customs voert een vluchtige inspectie uit, na alle gegevens van de bootpapieren en paspoorten 4x overgenomen te hebben. Onze achternaam bij de haven is Johannes, ze snappen daar niets van. Holland weten ze niet te vinden, Europa wel. We kunnen niet zonder meer vertrekken, we moeten een Despachio hebben en hierbij int de Navy/ Coast Guard dan nog 20US$. Deze ceremonie komt elke haven terug, eigenlijk zonder kosten, maar ze proberen zo steeds wat “propinas” (tip) te vangen. Dit maakt het maken van korte dagtrips in de D.R niet erg cruisevriendelijk. Je bent veel tijd en geld kwijt voor je weer weg mag.
We blijven hier een paar dagen liggen; er staat een grote swell buiten op zee en het regent ’s nachts veel en hard. De Marina ligt in een groot complex/ resort met grote huizen eromheen, waarvan meer als de helft niet bewoond en/of niet afgebouwd is en er liggen ook maar weinig (zeil)boten. Het lijkt een beetje een spookstad, vergelijkbaar met Eastbourne in het beginstadium en Quinto de Lorde op Madeira.
De schipper benut de tijd hier door de boot eens flink te poetsen en in de was te zetten (toch onbeperkt water voor 2$ per dag). Eveneens worden de pc’s, met de redelijk snelle WiFi hier, opgeschoond zodat ze daarna (hopelijk) sneller lopen. Ik stort me op de was bij de self service laundry en ’s avonds is het een film kijken in de kajuit met de onbeperkte stroomvoorziening.
‘s Vrijdags is de swell afgenomen tot 5 ft en de beloofde wind een NE15-20 kn. De eerste 12 mijl is het hoog aan de wind motorzeilen om de beruchte Cabo Engano te ronden met zijn “hourglass”shoal. Daarna kan er een knik in de schoot en speren we de 180 mijl in 28 uur naar Puerto Plata. Helaas spotten we geen humpbackwhales rond de wateren van Samana Bay, het is dan ook donker. Ze houden zich hier in de wintertijd vaak, met hun jong, op.
Puerto Plata ligt aan de noordkant van de D.R. en even voor de grens van Haïti. We meren af in Ocean World Marina, een complex behorend bij het Adventure park en Casino. Vanaf de boot “genieten” we mee met de (steeds terugkerende) muziek welke hoort bij de zeeleeuwenshow. Het Casino doet ’s avonds kitscherig aan met zijn verlichting.
We vullen de boot nog af met onze laatste (vers) boodschappen voor Cuba en de Bahamas en scoren natuurlijk ook twee treetjes “Presidente” bier. Het heerlijke, befaamde lokale bier uit de D.R.
De komende week (de 4e week van januari) vertrekken we, met een goed weather window, met bestemming Cuba. Een 300 mijl westelijker gelegen. Onze beide verjaardagen zullen we waarschijnlijk op zee doorbrengen. Doel is om in Marina de Vita, aan de noordoostkant van Cuba, in te klaren. Dit is een officiële “Port of Entry”. Ons plan is om de boot daar achter te laten en met een huurauto over land naar Havana te rijden. Vanuit Marina de Vita is het daarna ook gemakkelijker, v.w.b. wind en stroming, de Bahamas te bereiken. Een tussenstap op de Bahamas lijkt ons niet alleen erg mooi (en duur?) maar is schijnbaar wenselijk voor de autoriteiten in Florida. Als je rechtstreeks vanuit Cuba komt, kunnen ze wellicht allergisch reageren?
We hebben begrepen dat communicatie in Cuba beperkt of helemaal niet mogelijk zal zijn met behulp van internet/ SSB/ iridium. Als het lukt zullen we communiceren via onze website bij hyperlink:“SSB – berichten”. En anders pakken we in de Bahamas “de draad” weer op.