Wederopbouw van de Minor en het binnenland van Trinidad
Vanaf de eerste dag dat we weer in Tinidad zijn wordt er weer gewerkt aan de boot.
De gele striping wordt afgeplakt en de romp wordt nat geschuurd met korrel 400. In onze afwezigheid is de antifouling (anti-alg-aangroeiende verf op het onderwaterschip) verwijderd. Ook hebben ze tijdens onze afwezigheid de kiel schoongemaakt. Ze plakken de boot af om de romp blauw te spuiten. Het weer werkt volop mee: helder blauw stralend warm weer, vermoedt 34 graden en geen enkele druppel regen en/of vocht. Ook de wind is matig, dus geen zand wat opvliegt of vliegjes. Het is op zaterdag rustig op de werf dus ook geen opwervelend stof van auto’s en/of andere bewegingen. Ze beginnen ’s morgens vroeg, rond 7.30 uur, met nogmaals controle van het afplakken, zeilen ophangen om andere boten te beschermen, wachten tot de dauw opgedroogd is door de zon en dan de romp nogmaals stofvrij maken met een doek. Pas tegen half elf staat Cow, de schilder, klaar in zijn beschermende overall om te spuiten. De spuitmond lijkt in het begin iets verstopt, maar dit probleem wordt snel opgelost. De romp wordt 3x rondom gespoten en zij ziet er technisch perfect uit nu. De gele striping wordt nog bijgewerkt; onder de spiegel doorlopend. Na lang wikken en wegen wordt dan toch het besluit genomen om een laag Clear Coat op de blauwe romp aan te brengen. Dit geeft een extra beschermingslaag voor de lak en geeft haar meer hoogglans. Als finishing touch krijgt ze haar naam weer op de spiegel en schittert ze in de zon.
De man van de koelkast komt eind van de week?? Er zijn 2 Bank Holidays, Nationale feestdagen; woensdag Independant Day en donderdag einde van de Ramadan (veel hindoes en moslims hier). Zal me benieuwen v.w.b. de man van de koelkast; of en wanneer hij komt opdagen. De schipper vindt het prima als hij alleen de koeling brengt, installeren kan hij zelf wel. Moet hiervoor ook een gat boren in de romp wat hij evt. zelf kan als hij de juiste maat boor heeft. De man heeft tot nu toe niet veel waar gemaakt, enkel een bestelling gedaan van een koelelement en het maken van de koelbox uitbesteed aan de polyesterboy. Deze werkt de deksel van de koelbox nog netjes af. Na een deadline gesteld te hebben met dreiging het contract eenzijdig op te zeggen komt hij op maandagmiddag opdagen en maakt hij de koeling verder af, vergroot een afvoer in de romp en dan kan er 24 uur proef gedraaid worden om te testen of alles OK is, geen gaslek etc.
We komen vrijdags tot een andere verrassing: Het roer blijkt te lekken. Dit ontdekt de schipper bij terugkomst uit Nederland, het roer maakt een klotsend geluid. Het blijkt helemaal vol te zitten met water, ca 50 liter. Een zijde wordt open gemaakt met een haakse slijper en de ruimte wordt opgevuld met een gesloten celschuim. De afdichting van de roerkoning wordt nu van binnenuit met een hele spuitbus PU kit afgedicht. Het laatste schuim is, na schuren, afgedicht met een epoxy filler (bestemd voor onderwater gebruik). Deze filler wordt geschuurd tot de juiste vorm en daarna is het hele roer omwikkelt met een glasmat. Aan de reparatiezijde worden 2 lagen glasmat gebruikt. Uiteindelijk hebben we zo’n 20-30 kg. gewicht gewonnen in het achterschip, waar we blij mee zijn. Aan de binnenkant van het roer was er gelukkig geen spoor van osmose, zou toch zo maar kunnen met al dat water op de onbeschermde polyester/ epoxy. Er wordt opnieuw een gat gegraven om het roer terug te plaatsen. Het begint nu weer ergens op te lijken, er is wederopbouw en dat geeft de burger moed. Misschien kunnen we na 2,5 week het water in, of is de wens de vader van de gedachte? We zullen zien.
We hopen zo spoedig mogelijk te kunnen verhuizen naar de Crews Inn. De Marina hier, dan ligt de boot tenminste weer in het water. Hier op het land is het ook niet alles, wel lekker met de airco, 26 graden in de boot. Nadeel is dat je niet veel meer buiten zit. Je ziet ook weinig van andere bootjesmensen, zij zitten ook veelal binnen en ’s avonds is er nu geen beweging te zien op de werf. Het restaurantje is om 18.00 uur gesloten i.v.m. de state of emergency. Je vindt weinig hierover op internet: Als je googelt op “Trinidad en state of emergency” vindt je enkele Engelstalige artikelen van rond 21 aug.
Volgens de locals heeft de state of emergency een politiek tintje en ook iets te maken met vakbonden en werkeloosheid. Gelukkig wordt de avondklok in de 2e week verruimd van 23.00 tot 04.00 uur. Dus het horecaleven komt langzaam weer op gang. De keuken bij Sails, het restaurantje op de werf, sluit om 20.00 uur en tent gaat om 21.00 uur dicht. We genieten weer van een rumpunch tijdens het happy hour en het wordt weer drukker. De state of emergency zal waarschijnlijk nog 3 maanden aanhouden.
Het onderwaterschip is het laatste wat Cow, onze schilder, nog te doen heeft en dan ziet onze lady er weer als nieuw uit. Er gaan 3 lagen Barriercoat en 3 lagen antifouling op.
Tussen de bedrijven door probeert de schipper zijn klussenlijst af te werken. Het houtwerk binnen wordt extra gelakt, het scharnier van het raampje van de kaartentafel wordt (eindelijk) gerepareerd (ging al in nov. in La Gomera stuk), de schroefas uithouder wordt vastgezet met kit t.b.v. een kleine lek? De fundatie van de ankerlier, de ketting en de duogen wordt opnieuw geschilderd. De houten zitjes aan de reling worden vergroot, de gasflessen opnieuw gevuld, de gerepareerde buiskap opgehaald en de plankjes van de bodem van de Minoris/ bijboot opnieuw gelakt.
En ik? Ik houdt me bezig met de nieuwe tochtplanning en voorbereiding. Surf op het web de security and safety sites af v.w.b. de veiligheid rondom de offshore eilanden van Venezuela. Onze strategie van hieruit zal zijn; eerst 90 mijl naar het noorden, naar Grenada, varen en vandaar, bij een gunstig weather window, koers naar het westen zetten, richting Bonaire. We willen als het enigszins kan graag Blanquillla, Los Roques en Islas des Aves aandoen. Deze liggen in de zgn. Zona de Alerta van Venezuela. De andere eilanden; Los Testigos en Islas Margarita zijn evenals het vaste land van Venezuela: Zona de Alto Riesgo: verhoogd risico op piraterij en niet wenselijk dus.
Op 15 sept. gaat onze lady in een hernieuwd jasje soepel het water in. Eindelijk na 10 weken “on the hard” gelegen te hebben zoals de Americans zeggen. Maar het resultaat mag er wezen; The lady “Minor” heeft een mooi nieuw jasje en ziet er weer tip top uit! We meren haar af in de Marina van de Crews Inn, plaatsen de bimini en buiskap er weer op, hijsen nieuwe vlaggetjes van de WSV Herkingen en de Daltons en slaan de zeilen aan. Gelukkig ze is, na 10 weken, weer vaarklaar (en de puts als nacht- / plasemmer kan weer worden opgeborgen).
Maar eerst gunnen we onszelf nog een toetje van Trinidad en huren een autootje met als doel o.a. een toertje langs de noordkust van Trinidad en een bezoek aan het ASA Wright Nature Centre. We gaan op bird watching in het regenwoud.
We huren vanaf zaterdag de auto (wat heet auto; een gammele bak), bewust mede het weekend om de grote files rond POS te vermijden. Als eerste rijden we naar de streek Chaguanas, het centrum van de Hindoes alhier. We willen de kleine maar mooi tempel in de zee aanschouwen en deze is dan nog open voor publiek. Hij is klein, maar erg mooi: Carapichaima – Waterloo oftewel the Temple in the Sea (zuidwestelijk t.o.v. POS).
We hadden het plan om nog verder zuidelijk te rijden, naar het grootste asfaltmeer in de wereld (niet mooi, maar wel bijzonder), maar zijn omgedraaid i.v.m. de files, mogelijk veroorzaakt door de heftige regenbuien. We starten maar alvast met foerageren in de West Mall.
De volgende ochtend op pad dus voor het ASA Wright Park. Hadden, zoals ze op de website aangeven, een lunch en een guided tour gereserveerd en zagen van een evt. overnachting af: 150.- US$ per persoon, per nacht vinden we toch wel wat gortig temeer daar onze dame glanzend ligt te rollen in een mooie Marina. Helaas het feest wordt na 4 km. abrupt onderbroken. In het dorp “Carenage” worden we van achteren aangereden.
De knul rijdt te hard en ziet niet dat wij stoppen voor de auto’s voor ons (een stuk of 10 auto’s staan dan al stil). Hij zit erin met 5 jonge meiden. We hadden niets verwacht; ineens klap-boem. Gelukkig alleen materiële schade, de achterkant flink in elkaar. Het was al een ouwe brik. We maken meteen veel foto’s van de auto’s, situatie en de omgeving, straatnaambordjes enz. Tjebbe, ook nog zo alert, fotografeert zijn verzekeringspapieren. Ze willen met ons doorrijden naar een politiebureau. Uiteindelijk komt er een agent (toevallig?) langs en zegt ons om te draaien naar het dichtstbijzijnde bureau. De andere partij rijdt echter door richting POS, wij draaien om en hebben keurig aangifte gedaan, dankzij de gegevens op ons toestel, bij het politiebureau in de Carenage. Dankzij het rapportje en onze fotoreportage krijgen we van de verhuurmaatschappij onze borg (ondanks all risk verzekering) en 1 dag huur terug. In de folder staat dat ze 24 uur service hebben, maar ze zijn niet bereikbaar. We vermoeden dat ze blij zijn met ons ongeval; de hele achterkant kan nu gerepareerd worden.
Na het regelen van een vervangende, iets minder gammele, bak toeren we naar de noordkant van Trinidad; Tucker Valley (Bamboe Kathedraal) en Maracas Bay.
Het is een mooie route, ondanks dat de slingerende bergweggetjes met gaten, af en toe blank staan van de regen en de routekaart weinig houvast biedt. In Maracas Bay genieten we, in de stromende regen, van het befaamde lokale gerecht Bake & Shark. De lokale friet zeg maar. Het is gebakken haai in een warm broodje met peper, knoflook en kruidensaus.
Het gerecht is smakelijker als de befaamde “Doubles” welke ze hier voor het ontbijt nuttigen. Een natte kleffe partij van 2 “brooddeegjes” gevuld met bonen en pittige saus, verpakt in een vetvrij papiertje, waar je je vingers dus bij verbrand.
Dan is het moment toch daar om het ASA Wright Nature Center te bezoeken. Dit in ere herstelde natuurpark, een oude vergane plantage, ligt erg mooi in een regenwoud. De tocht ernaar toe is bijzonder; eveneens een erg mooie, maar ook lastige smalle weg, vol gaten, stijgend en slingerend in de stromende regen en ook hier geen bewegwijzering.
Tijdens de lokale lunch hoost het nog en daarna wordt het gelukkig droog. We gaan met de gids op bird watching in het regenwoud. Je moet wel echt een “vogelaar/ vogelkenner” zijn om daar de bijzondere vogels te herkennen. De gids is echter deskundig en hoort ze alvorens ze te zien. Grappig is wel dat de bewuste vogel ook zo ongeveer bij de geplaatste bordjes verschijnen. Bijna op commando dus. Een dag is/ was voldoende voor ons, we zijn blij dat we er geen 2 nachten geboekt hebben.
Als afsluiting slaan we met het autootje de bulk boodschappen in bij de Westmall voor de komende periode op de Venezuelaanse eilanden. We verwachten daar weinig aan te treffen, alleen een mooie ongerepte natuur. Het zal dus even stil zijn met e-mail en skypeverkeer. We willen als (voor)proef via de SSB berichtjes achterlaten op onze website onder het kopje “SSB berichten”. En dan is het wachten op een gunstig weather window, om met hopelijk meerdere bootjes op weg te gaan naar Grenada en de offshore eilanden van Venezuela. Via het VHF netje, alhier, hebben we contact gelegd met enkele andere zeilboten.