Trinidad & Tobago
Bij aankomst in Chaguaramas, Trinidad, meren we, samen met de Flying Swan, af in de Marina van Crews Inn. We geven onszelf een paar dagen die luxe. Elke ochtend om 7.00 uur bezorgen ze een heuse krant onder de buiskap, verpakt in een plastic zakje voor de regen. We staan de dag op en sluiten hem voor het slapen gaan af met een duik in het heerlijke zwembad. Hier haal ik de naaimachine weer eens onder het bed uit om enkele “torntjes” te maken en hebben we wasmachines en drogers tot onze beschikking.
Het is een nationale feestdag voor Trinidad & Tobago (T&T). Ze vieren “Indian Arrival Day” en gedenken hiermee de komst van de eerste Indiaanse mensen op 30 mei 1845, na afschaffing van de slavernij. Een groot deel van de bevolking is nu Indiaans en/of is gemixt met het negroïde ras uit Afrika en de Cariben zelf. Dat zie je aan hun mooie lichaamsbouw en is te merken aan hun handelsgeest en eetgewoontes. Overal zie je kleine “Roti” tentjes langs de weg, waar je voor weinig geld kip/ curry gerechten kunt afhalen/ kopen.
De schipper benut hier de internetverbinding om de visa-aanvraag voor de VS. in gang te zetten. Als je als bootjesvolk daar wilt komen, op eigen gelegenheid, zijn ze bang dat je daar blijft, dus moet je een heel formulier vooraf invullen op internet (7 stappenplan) en dan pas kun je een afspraak maken. Het is een hele toer om dat formulier in te vullen, dat moet online gebeuren en steeds “saven” want het systeem gooit je er steeds uit. Een speciale pasfoto, welke voldoet aan hun normen, is daarbij vereist. Pas dan kun je, alleen telefonisch, a raison van 15 euro, een afspraak maken. In een persoonlijk gesprek moet je dan aantonen dat je financieel onafhankelijk bent, kosten 140 US$ p.p. voor een visa. Uiteindelijk hebben we de gewenste afspraak bij het VS. consulaat in Amsterdam staan, wanneer we in aug. in NL. zijn.
Het is 1 juni en het regent pijpenstelen (it’s raining cats and dogs); het natte seizoen begint. Het is warm, 34 graden en erg vochtig. We blijven nog een dagje liggen in de Marina. Het natte seizoen oftewel het hurricane seizoen loopt van 1 juni t/m 30 nov. Trinidad ligt met haar 10 graden NB ten zuiden van de 13e breedtegraad en onze verzekering dekt hiermee het evt. risico af. Als je gaat varen hou je de weersvoorspelling van het National Hurricane Center www.nhc.noaa.gov in de gaten.
Uiteindelijk verkassen we naar de baai van Chaguaramas en pakken we een mooring op. We verkennen de baai van Chaguaramas, een aaneenschakeling van werven, en met name Powerboats, waar ook wij, in juli, de boot op de kant zullen zetten, voor groot onderhoud. We volgen het proces van de kant op gaan (The Flying Swan) en terug het water in gaan (de Pelagie). Wat te doen en laten bij deze hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid. We doen een aantal voorverkenningen en zetten een aantal acties in gang. We tekenen een contract met Powerboats t.b.v. een nieuw in te bouwen koeling (energieslimmer) en koelbox (extra isolatie en de helft groter d.w.z 60 liter). De schipper ververst de olie en gaat, zonder resultaat, op pad voor een groter regenzeiltje.
De maxi-taxi, een busje voor 12 personen, brengt ons voor 5 TT$ p.p. (5 Trinidad-Tobago Dollar is 55 eurocent) naar The Falls at West Mall, 5 km verder. HET shopping center ten noorden van Port of Spain / POS. We vinden hier de 1e echte boekwinkels (3 stuks N.B.) van the Cariben! De supermarkt, the Hi-Lo, is ook goed gesorteerd. Martine van de Flying Swan werpt zich op als mijn “Personal Shopper” en ik die het winkelen niet uitgevonden heb, kom moe maar voldaan thuis met een “luchtig jurkje voor hier”.
Op weg naar POS, belanden we in heuse files. Hier moet je, volgens de Lonely Planet, zo kort mogelijk verblijven. Het is een drukke stad met een hoog bazaargehalte en ’s avonds, wellicht, minder veilig.
Op Trinidad wordt 1 moord per dag gepleegd. We lunchen voor het eerst en waarschijnlijk het laatst van ons leven in KFC.
Om dat weer te compenseren vieren we onze trouwdag samen met de Flying Swan (zij zijn toevallig ook op die dag getrouwd) in het restaurant van de Crews Inn.
De Pelagie organiseert ter ere van haar nieuwe tewaterlating een borrel met alle Nederlandse boten alhier. Het is gezellig en een hele kolonie: De Pelagie, de Bella Ciao, het Zeebeest, the Sally Lightfoot, de Witte Raaf, the Flying Swan en last but not least de Minor.
Onder begeleiding van Jesse James, de lokale taxi en touroperator, gaan we met de bemanning van de Flying Swan en de Pelagie op pad naar de Turtle Watch Tour in Matura Bay.
We vertrekken om 17.00 uur en komen rond middernacht weer thuis. De heenweg is zo’n 3 a 4 uur rijden i.v.m. de files bij en door Port of Spain. Onderweg wordt ons een prima lokale Chinese hap voorgeschoteld (het gebouw en buffet is weliswaar afgeschermd door tralies i.v.m. de veiligheid) en dan vervolgen we de tocht over een hobbelig landweggetje door de bush in de middle of nowhere. We weten niet wat we ervan moeten denken.
Op het strand van Matura Bay worden we opgewacht door een gids. Er stond gelukkig wind, dus weinig hinder van muggen en/of stekende strandvliegen. De gids gaat met een rood hoofdlampje voorop over het mulle zand. Je mag geen licht of flitser gebruiken om de schildpadden niet te storen, pas als de gids aangeeft dat ze in trance is, dan wel. We hadden mazzel: we hebben drie soorten turtle’s gezien. De grote leatherbacks van 1.80 m en zo’n 350 kg. wegend, de (iets) kleinere hawksbill turtle en ook de green turtle.
Ze graven hun nest in het zandstrand, leggen hun eieren erin (150 stuks ter grootte van een golfbal), dekken het af en camoufleren het daarna. We hebben ook de net uitgekomen turtle’s gezien in het bijbehorende centrum, erg koddig hoe ze bewegen met hun “peddels”. Zij worden zoveel mogelijk beschermd op het strand teruggezet; normaliter komen er van een leg slechts 2 promille veilig terug het water in.
De rest wordt opgegeten door krabben, vogels en helaas ook mensen. Het was erg boeiend om dit schouwspel te ervaren, we hadden een heldere nacht en hielden het gelukkig droog.
Op de valreep voor hun vertrek, gaan we met de Flying Swan, nog een trip maken naar de Caroni Swamp. DE plaats om de Scarlet Ibis te spotten. Het is de nationale vogel van Trinidad en deze heeft een prachtige scharlakenrode kleur, dit door het eten van kleine krabbetjes in het moerasgebied. We zien ze in grote getale aanvliegen naar een speciale boom waar ze nestelen. Helaas wel wat op afstand, dus verrekijker is gewenst hierbij.
video: Rode Ibissen
Als afsluiting eten we nogmaals bij Sails een heerlijke Amerikaanse steak en dan nemen we toch echt afscheid van de Flying Swan. We zijn uitgeklaard en vertrekken richting Tobago, zij vliegen over 2 dagen voor een paar maanden terug naar NL. We hebben samen een goede tijd gehad
Op naar Tobago dus. Het wordt een eenzame motortocht langs de noordkust van Trinidad, we zien geen enkele andere zeilboot en laten ons anker vallen in Maracas Bay. De baai ervoor, La Vache Bay, voelde niet goed, nog 35 m. diep tot dicht bij de kant, hoge steile bergen met dichte begroeiing en geen huizen. We varen nog een paar mijl door. Dit is beter; meer open, 3 strandjes en wat huizen langs de weg. Achteraf ook beter als Las Cuevas, 3 mijl oostelijker, want dat dorpje ligt hoog op de berg.
De 2e dag is het hakken tegen de stroom (2 knopen) en wind in (15 knopen ware wind), de boot valt telkens zowat stil in een golfdal, snelheid 3 knopen. Een trage en niet inspirerende tocht dus. We ankeren in de baai van Grande Riviere. We kunnen er heerlijk zwemmen en zien veel hummingbirds en gieren cirkelen in grote formaties boven ons, gelukkig zijn het aaseters. Ook spotten we een paar leatherback turtles tegen de avond, ze komen ook hier het strand op. Er staat echter teveel swell om dit te aanschouwen met de dinghy op de kant.
Vandaar steken we zonder wind over naar Tobago, bij vertrek krijgen we nog wat tropische stortbuien op ons nek. In de hoofdstad Scarsbourough klaren we met veel omhaal weer in.
Hier blijven we slechts 1 nachtje liggen, het water is hier vervuild door het stadje en we zeilen om de zuidpunt door naar Store Bay. Een prima uitgangspunt om het eiland te verkennen blijkt. Het ligt aan de zuidwestkant van het eiland, mooie baai en strand. Hier liggen de resorts en wat winkeltjes.
We huren een autootje en maken een rondrit over Tobago.
Opnieuw een erg mooi eiland met mooie stranden en een rainforest. De geweldig mooie Flamboyant tree staat in juni volop in bloei. Speyside is DE duikplek van Tobago, echter het water is troebel in de regentijd, mede door de uitvloed van de Orinocorivier in Guyana.
We gaan op zondagavond met de bemanning van de Frantzeska (andere NL. boot) met de taxi naar Buccoo. Daar is het van 21.00 – 23.00 uur Sunday School en dan speelt er een Steel Band. We vallen met onze neus in de boter; de “Katzenjammers” Pride of black rock Tobago! video Katzenjammers
Ze waren supergoed. Ze zijn in een competitie uitgekozen tot de beste van Tobago en Trinidad. Helaas hebben ze nog geen CD gemaakt. De sfeer was erg goed. We hebben ons op tijd terug laten brengen. Het feest gaat daar door tot in de kleine uurtjes met reggae en andere hip-hop muziek. De Bago’s en Trini’s staan, nog meer als de rest van de Cariben, bekend om hun liming (rondhangen/ being unproductive) wining (dansen met sensuele bekkenbewegingen) en grining (close wining met zijn tweeën).
Ook wij limen in Tobago.
We verkassen niet naar een andere baai i.v.m. de swell die erop verschillende plekken staat. We lezen wat af tijdens de lange heftige regenbuien met de geruilde boeken. Elke haven/ restaurantje/ wasmachine heeft wel een plankje met swop-/ ruilboeken. Dat het Engelstalig is, is ook voor mij geen punt meer. We genieten van de Happy Hours met de Frantzeska, L’Esprit de la mer en de Fleetwing zowel aan boord als bij “Mell” en Coco Reef resort. Tobago viert haar Labour Day en Corpus Christi, 2 nationale feestdagen, uitbundig op het strand “liming on the beach”.
We rijden met de taxi naar Scarsborough om uit te klaren, doen onze laatste boodschappen bij “Pennysaver” waaronder de 1e 3 literpakken wijn van Two Oceans (witte: Sauvignon Blanc en rode: mix van Cabernet Sauvignon met Merlot) welke redelijk is van kwaliteit. We halen met een karretje wat jerrycans diesel en benzine (1,50 TT$/ liter) en water (1,20 TT$/ liter). Kan ons de kop ook niet kosten hier. Krijgen nog even bezoek van de Coastguard aan boord en varen de volgende dag terug naar Trinidad. Helaas valt de wind (O-ZO 25 knopen) na 1 uur volledig weg en wordt de ijzeren fok maar weer bijgezet. Even laat die het afweten; veel vaste deeltjes in de brandstof? Maar gelukkig weet de schipper raad en zal hij het in Chaguaramas verder oppakken.