Portugal: Cultuur snuiven; Land van Fado, Azulejos en Manueline style
Wat zijn er toch veel uitdrukkingen in het dagelijkse leven welke verwijzen naar de taal van de zeevarenden van weleer. Na het vertrek van Clemens en Mieke in Vigo maken we “schoon schip” in Bayona en bereiden we ons voor op Portugal. We herkennen ons gedrag inmiddels als we naar een ander en/of nieuw land gaan: We foerageren de boot voor Portugal alsof er in Portugal “niets” meer te krijgen is. De boot is weer afgevuld en alle lekkernijen uit Spanje liggen aan boord.
De kustlijn loopt recht, zonder bijzonderheden (ondieptes en/of kapen), naar het zuiden. De kust van Portugal is, in het noorden, (eentonig) vlak en de wind is zwak. Het is “moteren” geblazen, wat nagenoeg langs de hele Portugese kustlijn zal blijven. Niet veel opwindends dus, maar zoals altijd schuilt hierin het gevaar. Er liggen hier talloze visboeitjes, ook op grotere diepten (tot 100 m). Het is dus uitkijken en regelmatig uitwijken geblazen opdat we geen lijn in de schroef krijgen. We varen hier dan ook liever niet bij donker. Gelukkig worden we aangenaam verrast met het gezelschap van dolfijnen hyperlink: Dolfijnen voor de Minor; ze melden zichzelf wel met hun kabaal van opspringen en spattend water. Ze komen van verre aangezwommen en -gesprongen om met de Minor te spelen, dat de motor draait is voor hen geen belemmering. Het is bijzonder om dit schouwspel te ervaren en het maakt een grauwe vaardag toch weer goed.
Dat het landschap niet zo heel bijzonder is maakt de cultuur weer goed. In onze eerste haven, Viano do Castelo, worden we hier al onverwacht mee geconfronteerd. We gaan met de funicular naar de Saint Lucia Basiliek en de pre- Romeinse gefortificeerde stad.
Ook de volgende havenstadjes, Povoa de Varzim en Leixoes (Matosinhos) blijken mooi te zijn in hun eenvoud. De lokale winkels zijn zoals in Nederland 40 jaar terug. De ervaringen met de beide havens zijn net andersom als de pilots aangeven. Povoa de Varzim vinden we onrustig met zijn (horizontale) swell en continue (mist)hoorn en deprimerend door de kale zandvlakte. Leixoes daarentegen is weliswaar niet schoon v.w.b. het water in de haven zelf, maar er is een moderne boulevard met mooi strand, rotsen en architectuur en goede faciliteiten (snelle Wifiverbinding en een goed gevulde supermercado).
Vanuit Povoa de Varzim gaan we meerdere keren met de metro naar Porto, een mooie oude stad, erg sfeervol, ook natuurlijk de Vila Nova de Gaia aan de overzijde van de Rio Douro met zijn befaamde portwijnhuizen.
We bezoeken het huis van Sandeman. De portproeverij is lekker en goed. We keren huiswaarts met twee flessen port in afwachting op de komst van onze vrienden eind september.
In Figueira da Foz nemen we de trein naar Coimbra; de voormalige hoofdstad van Portugal en bekend om zijn Universiteit en Kathedraal. Dit blijkt de moeite waard te zijn; prachtige gebouwen en interieur met volop azulejos (geglazuurde tegels).
In Figueira da Foz vervangt de schipper de distributieriem (onderhoud), ververst de olie en inspecteert de diesel; deze was niet schoon, een soort geleiachtige prut.
De dieselfilter wordt vervangen en nog wat extra antibacterie in de tank gegooid. Daags erna in de visserijhaven getankt (de tank in de marina is stuk). De diesel komt daar uit een dikke leiding en spuit bij het vullen letterlijk onze kuip in. Om de puinhoop proberen te beperken (dat dit niet in het teakdek dringt) gooi ik met een puts zout zeewater over de kuipbanken, maar…. de dieseltank was nog niet dicht geschroefd! Tjebbe was “not amused” Hopelijk is de dieseltank niet vervuild met zout zeewater. Alles is nu gepoetst en afwachten maar. Dom en blond hè; wil te snel handelen.
De vraag hoe het staat met de harmonie aan boord kunnen we waarheidsgetrouw beantwoorden met “zoals altijd aan boord”. De hoogte- en dieptepunten zijn hier intenser als thuis, maar we kunnen het samen nog steeds goed vinden en ja… onenigheid zul je toch bij moeten leggen anders is het “spring maar schatje”.
We hebben de tijd in Portugal en om niet geheel eenzelvig te worden “socialisen” we af en toe met derden. We gaan uit eten met een Engels/ Amerikaans gezelschap van 11 personen en borrelen met de Nederlandse bemanning van de Emma en de Olim.
De ARC-vlag is steeds frequenter zichtbaar om ons heen, ook wij voeren deze sinds Vigo. Dat we hiermee, af en toe, ongeveer 25% korting van liggeld kunnen krijgen in havens is natuurlijk een pre.
Portugal verschilt van Spanje in de natuur en cultuur wellicht zoals Nederland verschilt van België. Het is hier aan de kust vlak, de dorpen en behuizing zijn eenvoudiger en soberder, alhoewel Spanje al duidelijk niet meer de luxe heeft van Nederland. Het is mooi in haar eenvoud, de lokale winkels zijn zoals bij ons in Nederland 40 jaar terug. Overal zie je de Azulejos en Manueline style (laat gotische bouwstijl met overvloedige ornamenten geënt op de zeevaart, een soort filigrain in steen). De Fado muziek past hier goed bij, melancholisch en dramatisch. Het Portugees is in kernwoorden wel enigszins te lezen, echter hun uitspraak is erg lastig te volgen. Het klinkt meer Slavisch. Gelukkig spreken ze hier bijna allemaal Engels (waarschijnlijk t.g.v. hun historie) en ze zijn allervriendelijkst. Het zijn beiden “veilige en schone” landen. Het eten is eenvoudig en boersig; veel stokvis oftewel Bacalhau en dit met 365 menu’s (voor elke dag van het jaar een ander recept). De Bacalhau komt trouwens allemaal uit Scandinavië. Onze grootste ervaring is eigenlijk het tempo; dit is hier zoveel lager als in Nederland. Er worden meer mensen ingezet en het geeft hun (ons inziens) eigenwaarde.
We merken dat we het najaar ingaan; Als de zon onder is koelt het af en wordt het vochtiger. Zodoende eten we ’s avonds voortaan binnen.
Weekje Vakantie met Ad en Rob
Na een verblijf van bijna 5 maanden aan boord zijn we hard aan vakantie toe menen wij (grapje). Ons oorspronkelijke plan om elkaar in Peniche te treffen wordt doorkruist door de schade die de haven van Peniche opgelopen heeft door een orkaan (Xynthia?). De haven is nu voor “yachies” gesloten. Om mobieler te zijn huren we een auto en ontvangen onze vrienden, Ad en Rob, op het vliegveld van Lisboa. De onderlinge afstand (ongeveer 70 km) doet ons besluiten om hun aanbod dankbaar te aanvaarden. We laten de boot goed beschermd achter in Nazaré en nemen voor een week onze intrek bij hen, in een huisje in Area Branca, in de omgeving van Peniche. Ze zijn (erg?) blij met ons gezelschap; we werpen ons op als chauffeur en gids en sjouwen ze rond van hot naar her: Van Nazaré (strand, sardinhos en folklore), naar Batalha (Mosteiro de Santa Maria Da Vitória), Fátima (Pelgrimage, Basilica), Obidos (middeleeuwse stad met een Castelo, wallen en aquaduct), Peniche (vissershaven en mercado de peixe, legumes e flores) en meerdere keren naar Lissabon (de berg op met de tram 28, struinen in het Alfamadistrict, Hop on- hop off tour, Belém district. Mosteiro Dos Jerónimus, Torre de Belém).
Omgekeerd worden wij door hun in de watten gelegd en verzorgd van een natje en droogje: Heerlijke visjes op de Cobb begeleidt met een goed wijntje.
We moeten ons beeld over de natuur bijstellen; de kustlijn is hier niet meer vlak. Mooie glooiende heuvels en brede zandstranden. We rijden het binnenland in en zien goed onderhouden wijngaarden, olijf- en vijgenbomen en volop groenteteelt. Temidden hiervan staan ruime, redelijk luxe huizen. Cultuur is er in deze streek volop en ook op relatief korte afstand van elkaar. De Mosteiros (kloosters) wedijveren met elkaar om hun schoonheid.
Al met al vliegt de tijd en is het weer moeilijk afscheid nemen. We kijken terug op een fijne (voor ons) ontspannen week. Ad en Rob nogmaals hartelijk dank voor jullie gezelligheid en aanwezigheid. Hopelijk zijn jullie toch een beetje bijgetankt voor het komende half jaar hard werken. Het scheelt dat je aan een oor doof bent voor mijn gekwebbel.