Orkaan Otto in spanningsveld met bestemming Madeira?
Gedonder in Zuid-Europa kopt “Onweeronline” met een greep van 2 berichten.
1. Zuidelijke straalstroom
Net als vorig jaar in het najaar begint nu de straalstroom echter steeds zuidelijker te liggen en wel boven het Middellandse zeegebied. De aanvoer van lagedrukgebieden en storingen vindt nu dus vanaf de Atlantische Oceaan richting Portugal en Spanje plaats en ook het zuidoosten van Europa pakt daar een aantal regengebieden in mee. Na een ontzettend warme en vrij droge zomer wordt het komende week op het Iberisch Schiereiland dan ook even behoorlijk nat. Stevige (onweers)buien trekken daar voorbij en lokaal valt daaruit ineens flink wat neerslag. In Portugal en het noordwesten van Spanje zijn afgelopen dagen al een paar buien gevallen met daaruit ruim 20 millimeter in zeer korte tijd.
2. Stormachtig jaar 2010
Het orkaanseizoen op de Atlantische oceaan loopt voor dit jaar weer op zijn einde. Onlangs werd het weer spannend toen tropische storm Otto uitgroeide tot een serieuze orkaan. Uiteindelijk blijkt Otto wel mee te vallen, maar het was al wel de achtste orkaan dit jaar. Met 15 tropische stormen en 8 orkanen is 2010 een van de stormachtigste jaren ooit. Het gemiddelde orkaanseizoen produceert elf stormen die groot genoeg zijn om een naam te krijgen. Van die elf ontwikkelen zes stormen zich tot een orkaan, waarvan twee echt groot.
Nou van bovengenoemde berichten hebben we de eerste twee weken van oktober last gehad. We hadden de bedoeling direct na het vertrek van Ad en Rob naar Cascais te zeilen en vandaar, met een gunstig weerbericht, over te steken naar Madeira. Niet dus. In Nazaré liggen we de eerste zondag verwaaid met een vette wind cq. storm. Buitengaats /op zee waait het 30 knopen met uitschieters 40 kn. (7-8 Bf) en veel regen, binnen/ in de haven waait het 26 knopen (is toch een 6 Bf) met eveneens veel regen. We willen graag z.s.m. verder naar het zuiden, maar de swell zal heftig zijn (4,5 -5 meter) dus we dubben heftig waneer we gaan. Uiteindelijk hakken we de knoop door en besluiten om de volgende dag toch te gaan met afgenomen wind, daags erop zou de wind tegen staan en voor de komende week wordt er niet veel goeds voorspelt.
Nou ik heb het geweten, een swell is niet erg, als hij vanuit een richting komt, maar nu was het rodeo rijden. De swell stond haaks op de golven van de storm van zondag uit het zuidwesten met als resultaat kruiszeeën. Het verschijnsel zeeziekte treedt sinds lange tijd weer op bij mij, met overgeven en uiteindelijk alleen maar gal. Voelde me als een vaatdoek en dat 11,5 uur lang. De gemberpillen gaven de laatste 3 uurtjes wat rust in mijn maag en de zee werd milder. Afijn, we hebben de bestemming bereikt en soms moet je er wat voor over hebben, toch? Tijdens de tocht krijgen we tot 3x toe bezoek van dolfijnen en dat geeft een beetje troost.
Zoals voorspelt liggen we in Cascais met wederom veel regen en harde wind.
Ondertussen heb ik de schipper aangestoken met mijn verkoudheid en keelpijn. Ik zeg, ja… dat is te verwachten als je samen een bed deelt. Waarop hij me vraagt hoe ik het opgelopen heb? Ja……wat moet ik hier nu op zeggen??
Het zijn de restjes van Orkaan Otto. Nou Otto is gelukkig uitgedoofd, maar de swell hebben we wel geweten Er kwam bij H.W./ Hoog Water “vast” water i.p.v. “spray” over de havenmuren van Cascais binnen en dat zonder wind. Dit veroorzaakte golven van geschat zo’n 30 cm in de haven zelf. Zodanig dat de buitenste 3 boten aan de steigers vriendelijk edoch dringend verzocht werden te evacueren, naar elders binnen de haven. Normaliter komt dit slechts 1x per jaar voor en ja wij hebben het “geluk” gehad dat we dit fenomeen 3x in één week gezien en ervaren hebben.
Hyperlink video haven Cascais deel 1 en haven Cascais deel 2
Inmiddels is het herfstgevoel ontstaan; Spijkerbroeken en zeiljacks komen sinds lange tijd (begin juni/ Ile d’Yeu) uit de kast. Ook stel je jezelf de vraag of je de goede keuzes gemaakt hebt? We behoren inmiddels tot de achterhoede. Zijn we ”te lang” in Portugal gebleven? Grappig is te ervaren dat je mindset zo is ingesteld dat je verwacht de winter in te gaan en je bijna niet voor kan stellen dat het weer de goede kant op kan gaan en ja, het weer knapt op!
Ondertussen bezoeken we Sintra, wat door de UNESCO erkend is als werelderfgoed van de mensheid, in een daartoe nieuw gecreëerde categorie van “cultureel landschap”. De erkenning heeft betrekking op de natuurlijke rijkdom alsook op het gebouwde erfgoed in Sintra en het gebergte. De natuur is mooi maar wij ervaren het als een hoog “Valkenburg” gehalte.
En dan begint het voor zeilers welbekende spel en eeuwige gedub van juist interpreteren van de gribfiles, zeker voor 3,5 dag vooruit. We wachten en zoeken naar een weather window. We willen (maar al te) graag vertrekken, treffen alle voorbereidingen (boot zeeklaar maken, op de valreep nog 3 extra dieseltanks kopen en vullen, watertanks vullen, was gedraaid, eten voorgekookt). ’s Ochtends om half zes, bij een laatste check van het weerbericht, blazen we de tocht toch maar af. Dit is het emotionele van zeilen; je geduld behouden terwijl je wel weg wilt en flexibel blijven en “gaan met die banaan” als het gaatje zich voordoet. We besluiten om in ieder geval voor anker te gaan in de baai van Cascais.
We liggen heerlijk achter ons anker te deinen en dat geeft in ieder geval weer een bootgevoel en minder “drijvende caravan”. Sinds Islas Cies (medio aug.) hebben we niet meer geankerd. Wat kijk je deinend achter je anker anders naar dezelfde stad; de weidsheid en privacy van het ankeren is super!
En dan uiteindelijk is er toch het vertrek naar Porto Santo (een van de eilanden van The Madeira Archipelago) een tocht van 480 mijl. Onze eerste mini- oversteek over de oceaan. Ook hier hebben de gribfiles ons een beetje in de steek gelaten, of moeten we zeggen de resten van de orkaan Otto, die hier in de buurt hangt, maakt het voorspellen moeilijk. We zijn begonnen, de eerste 12 uur, met mooi zeilen terwijl we ons hadden ingesteld op 12 uur motoren. De Minor heeft tegenwoordig 210 liter diesel aan boord goed voor 84 uur motoren. De kleur van de Atlantische oceaan is opvallend mooi indigoblauw en de dieptemeter kan de 4000 m. niet peilen. We zien hier Jan-van-Genten (op trektocht?) een (verdwaalde?) schildpad (doorsnede zo’n 20 cm) en krijgen tot 3x bezoek van dolfijnen, een keer een hele school van zo’n 30 stuks! De volgende dag zou het zeilen zijn, maar het bleek een hele dag motoren, helemaal geen wind en amper een boot te ontdekken aan de horizon. (“Blue Dessert” zoals het liedje van Sailor destijds). Ook de vissen laten zich niet vangen, Tjebbe gooit voor het eerst zijn zeehengel uit.
’s Nachts is het minder goed slapen door het geklap van de giek/ zeilen, op de swell. De boot krijgt goed op zijn todden, je krijgt er medelijden mee en vraagt je af wat een slijtageslag dit wordt voor haar en dan zijn dit nog niet de doldrums.
De derde dag was voorspeld als een dag met licht winden. Het bleek een dag met mooie achterlijke winden te zijn zodat de Parasailor zijn best kon doen. Beginnend met 10-12 knopen en in de loop van de dag toenemend naar 20 knopen wind. De Minor loopt dan 7- 8 knopen, door het water dat schiet pas op. De laatste nacht na een zware regenbui (geen echte wind, maar wel een windschifting naar een meer ruime tot halve wind met windsnelheid variërend tussen 13-17 knopen) de tocht vlot met grootzeil en HA-fok in deze koers naar Porto Santo kunnen vervolgen. Kortom een tocht waar wij ca 20 uur echt de motor aan moesten hebben en 20 uur waar de motor bij stond om voldoende snelheid te maken of stroom te draaien. De overtocht in 81 uur gemaakt en dus de extra diesel tanks niet nodig gehad.
De mini-oversteek is ons goed bevallen, ik ben niet zeeziek geweest, heb onderweg kunnen koken. Het wachtsysteem van 4x 3uur tussen 21.00-9.00 uur werkte goed. Voor mij is het fijn ’s nachts de radar aan te kunnen zetten om de afstand naar een grote boot te kunnen schatten en de Ipod biedt afleiding om wakker te blijven tijdens de hondenwacht. De wachten waren rustig v.w.b. scheepsbewegingen en niet koud (zeiljack, spijkerbroek en sokken aan). We waren uitgerust en kwamen in een ritme. We hebben tijdens het oversteken mooie luchten, sterrenhemels, het melkwegstelsel en zonsopgangen gezien. Het is er zo stil v.w.b. verkeer van grote schepen en/of vissersboten. Grappig om te ervaren dat er een grote vrachtboot naar ons toeterde ter begroeting. Je wordt je bewust van het feit dat, anders als op de Noordzee, er minder uitwijkroutes/ -havens zijn en er niet snel hulp kan/zal zijn. Een verscherpte bootregel doet zijn intrede: Uit de kuip betekent aanlijnen en reddingsvest aan, ook overdag!