¡Hombre, qué sorpreso! ¡Esupendamente!
Noord Spanje: San Sebastian tot La Coruna
De oversteek van Royan naar San Sebastian is erg rustig met andere schepen en met een NW 3-4 Bf. hebben we 16 uur kunnen zeilen. De resterende 10 uur, in het begin en op het einde, gaat de motor bij. De uiteindelijk, na veel wikken en wegen, pas gekochte en geïnstalleerde sleepgenerator doet het uitstekend onderweg. We kunnen nu met een gerust hart lang op pad, zonder gebrek aan stroom (zonne-, wind- en waterenergie) en nog eco-vriendelijk ook (onze dieselvoorraad in de vaste tank is beperkt tot 80 L)
Bij aankomst hebben we mazzel; er is één plekje vrij aan de (erg kleine, ongeveer 20 meter lange) gastensteiger. Vóór ons ligt een 26 voeter uit…Hellevoetssluis! (met Spaanse vlag weliswaar), voor de rest is er werkelijk ook geen plaats in de (vissers)haven. De weersvoorspelling voor die avond is onweer met harde windstoten (30- 40 kn) en dan ligt deze baai in een swell en niet beschut voor N/ NW winden. Het was zonnig en erg benauwd. De regen kwam, het onweer en erg harde wind bleef uit. De swell in de baai was wel zodanig dat we besloten hebben om de eerste dagen niet in de baai aan een mooring te gaan liggen. Het ligt daar behoorlijk te deinen.
San Sebastiaan (Donostía in het Baskisch) tja,…daar zijn we voor “gevallen”. Een mooie stad met “La Ciudad Vieja” vol met Pintxos-tentjes (een verfijnde tapas) en goedkope drankjes. Daarnaast een “Centro Romantica” met trekken van Jugendstil/ Art Nouveau en moderne shops gelegen rond de befaamde Playa de la Concha. Een supermercado waar je U tegen zegt ontbreekt ook niet.
We vallen met onze neus in de boter en zijn op tijd voor Le Mundial de Futbol: La Roja & La Holanda Gelukkig zijn we in San Sebastian/ Donostía. De Basken zijn meer voor Holanda en steunen ons. De straten en cafés van La Ciudad Vieja puilen uit.
Zeilen aan de Noord Spaanse kust is ongekend rustig v.w.b boten en er is amper stroming. Er gaan ook geen zandbanken “aan de wandel”. De 2 aandachtspunten zijn:
La Marejada en de kans op mist. Van de mist hebben we geen hinder ondervonden. De vuurtorens liggen hier relatief hoog en kunnen door de mist aan het zicht onttrokken worden, hetgeen met het huidige GPS-tijdperk amper meer een probleem hoeft te zijn.
La Marejada (the swell, la houle) is wel een ander verhaal. Het Spaanse weerbericht informeert je over de hoogte en richting. Dus wij geven graag gehoor aan hun oproep “Llamar General” op de VHF We ervaren het als we vertrekken met een Marejada van NNW 3,5 a 4 m. We zien een andere boot naast ons in een andere golfdal a.h.w. verdwijnen.
Het continentaal plat (zo ongeveer voorbij 200 m diepte tot 700 m hier) loopt tot dicht onder de kust en bij oplopen naar minder dan 50 m diepte kunnen er brekers ontstaan (Vaga a mar). Onze dieptemeter snapt het trouwens niet meer boven de 200 m.
We vervolgen onze route naar Bilbao: De stad is minder, maar het Guggenheimmuseum is een topper. Het is echt mooi. De collectie daar moet je van houden maar die wisselen veel. Er is nu een overzicht van Anish Kapoor (wel apart en bijzonder) en Henri Rousseau (zei ons niet zoveel).
De Vizcaya bridge is een 45 m hoge transporterbrug uit 1893. De oudste van de 12 overgebleven in de wereld. Ik heb geen hoogtevrees, maar hierover lopen is toch wel een bijzondere ervaring.
Santander is onze volgende stap. De jachthaven ligt vlakbij het vliegveld, maar een heel eind van de stad zelf en evt. faciliteiten (bakker, winkels). Zijn daags erna voor anker gegaan dichtbij de stad. De stad zelf is fraai met gebouwen uit de Belle Epoque tijd. We hebben daar genoten van warm en zonnig zomerweer met een redelijke (4 Bf) wind. Het anker hield goed, echter Tjebbe maakte een flinke schuiver met als resultaat een gekneusde zwevende rib. Ik had vergeten wat “Ritalin” bij zijn ontbijt te doen en hij vergat de gouden regel “een hand voor jezelf en een hand voor het schip”. Hij wilde met 2 glazen fris (en geen wijn dus!) tegelijkertijd de trap oplopen. Er kwam een onverwachte schuiver van een golf onder de boot door en hij viel met zijn flank tegen het gasfornuis aan “boink”: De stang is verbogen (nog het ergste van alles) en hij liep een periode niet meer “als een hinde”. Ik ben blij met de elektrische ankerlier, anders had ik die 35 meter ketting met het handje op moeten halen. Het anker heb ik vastgesjord buiten op de boeg, want onder de preekstoel doorhalen naar de ankerkluis, is toch wel “effe pittig” voor mij.
Een voor deze kust relatief lange (90 mijl), helaas motortocht, breekt aan naar Gijon. Maar we mogen genieten van een mooi zicht op de Picos van Europa, een bergmassief van rond de 2500 meter. Gijon is ook weer een aardige stad met een “La Ciudad Vieja”. Ik laat me heerlijk verwennen bij de kapper, ga (voor mijn doen) uitgebreid shoppen en “bewerk” Tjebbe met de tondeuse. Wellicht iets te enthousiast, hij is nu 3 mm overall. Het staat hem goed, moet nu wel opletten dat hij zijn schedel niet verbrand.
We komen in Galicia met haar Ria’s Altas het, zoals in de overige Noord Spaanse kuststrook, groene deel van Spanje. De kustlijn wordt gekenmerkt door mooie groene “rolling country’s” met hoge clifs en onderbroken door natuurlijke estuary’s van een ouder(e) rivier:
• Ria de Ribadeo , als 1e kleinschalig, maar alleraardigst.
• Ria de Viveiro, waar de aanloop mooi is, maar het stadje weinig leven vertoond.
• Ria de Cedeiro, een “snoepie”: een mooie baai voor anker bij een klein aardig plaatsje. Helaas is de watertemperatuur nog steeds slechts 14,5 graad!
We hebben veel gemotord langs de Noord Spaanse kust, maar op onze laatste route naar Ria de Cedeiro, waar we de bekende Cabo Ortegal ronden, kunnen we de Parasailor weer eens hijsen: Dit is onze “beste koop” van de boot. De boot loopt als een speer (7- 10 kn) en je hebt er geen omkijken naar. Bij uitschieters van 30 kn neigt hij uit het roer te lopen en halen hem ook nog, relatief “easy” binnen. Dit geeft vertrouwen.
De laatste hop naar La Coruna verloopt in een warrige, onrustige zee (NE 3,4-6). Met gereefd grootzeil en high aspect lopen we met ruime wind de Ria en haven aan. We zijn beland aan de Westkust van Spanje. In La Coruna bevindt zich een gemêleerd internationaal zeilersgezelschap en iedereen is druk met van alles en nog wat. Zo ook wij; we halen het naaimachine te voorschijn en vermaken onze bimini, maken twee nieuwe spatvrije kussenhoezen voor de kaartentafel, bakken ons eerste brood in de wonderpan en maken zelf yoghurt (beiden als proef voor later).
We gaan met de trein naar Santiago de Compostella en steken daar een kaars op voor een goed verloop van onze verdere reis. Santiago de Compostela viel ons nog alleszins mee v.w.b. de “Sietsenwinkel” in het stadje. Le Mont St. Michel is toeristischer. De kathedraal en het museum zijn ook echt mooi. Apart is wel dat alle bedevaartgangers hier niet beter maar slechter worden als ze hier weggaan: Ze lopen allemaal met een stok en veelal met hun knie in het verband.