Na 2 dagen varen vanuit Santa Cruz, Tenerife. arriveren we op La Gomera.
De 1e dag is een grauwe miezertocht in zeilpak. De weersvoorspelling van een NO 15-20 kn. komt niet uit. Aanvankelijk is het blakte en amper swell; moteren dus. Daarna komt de wind opzetten uit het noorden en loopt op tot 30 kn. We lopen 7,5 kn. plat voor het laken met slechts alleen de high aspect. Uiteindelijk kakt de wind weer in tot 13-14 kn. en mag de moter weer bij. We draaien, na 30 Nm. Marina Amarilla in, voorheen San Miguel Marina, we krijgen een ligplaats en benutten die voor puur een overnachting. Het kan ons hier niet bekoren. Onder de aanvliegroute van het vliegveld, ondanks het zicht op het golfterrein. We vinden het appartementencomplex oog‘vervuilend’.
Daags erna is het 30 Nm grotendeels moteren naar San Sebastian. Het voelt als thuiskomen en direct weer goed ‘langs de hoge rotswand’. We zijn in 2010 verliefd geworden op dit eiland, beloofden elkaar: ‘we komen hier nog een keer terug’. We hadden te weinig gezien t.g.v. focus op onze moterreparatie (kapotte verstuivers). We wandelen weer door het heerlijke stadje met haar laid back sfeer en plein met hoge platanen. Het strandje, ten oosten van de haven, herken ik nog wel, maar we kunnen ons niets meer herinneren van de rots met het Olympisch vuur van 1968. Dat moet hier toch wel gestaan hebben toen, haha! De supermarkt onder de Mercado komt langzaam aan weer in mijn herinnering omhoog 😊 Er wapperen hier verschillende NLse vlaggen en maken kennis met de bemanning van de Blauwe Zwaan en de Skellig. De Erasmus en de Doris komen ook binnengelopen. Gezellig!
We huren een auto voor 3 dagen en maken roadtrips en wandelingen over het eiland. Wow wat bijzonder en mooi! In 2010 zijn we alleen met de bus naar Valle Gran Rey gegaan en dat was al spectaculair. Het eiland is klein met een hoge top, de Alto Garajonay van 1487 m. Het eiland heeft de vorm van een citruspers. De uitlopers gaan steil naar de kust met daartussen diepe steile dalen/ kliffen. Een waar wandelparadijs met goed aangegeven wandelpaden, steeds hoog-laag dus en je moet geen hoogtevrees hebben 😊 Het Parque Nacional de Garajonay is dichtbebost met Laurisilva, laurierbomen, zoals ook op Madeira en de Azoren. Je krijgt een indruk van hoe de bossen die in West-Europa zo’n 25 miljoen jaar geleden voorkwamen eruitzagen, de zgn. tertiaire flora van vóór de ijstijd is nu nog alleen in dit gebied, Macaronesië te zien. De mossen en korstmossen welke erop groeien geven het ook iets mystieks en magisch, zeker in hoge luchtvochtigheid en mist, hetgeen hier veelvuldig voorkomt tgv de heersende Passaatwinden. Het doet ons denken aan het Spanish Moss wat we in Savannah, Georgia aan de Amerikaanse Oostkust zagen.
We genieten van Mirador de Abrante; het uitkijkpunt bij Agulo; een stalen en glazen constructie met zicht op de El Teide van Tenerife. Lunchen in de havens van Valle Gran Rey en Playa Santiago. Maken kennis met ‘Almogrote’ een typisch gerecht van hier; een smeersel van harde kaas, paprika, olijfolie en knoflook op toast.
Bezoeken ‘Las Loceras’ Centro de Interpretacion in El Cerrado en kopen bij een lokale tienda ook zo’n mooie aardewerken pot, gemaakt zonder draaischijf. DE techniek van hier. We rijden door naar Chipude en wandelen La Fortaleza op. Van verre een herkenningspunt. Het fort is een natuurmonument van 1243 m. hoog met een plateau, diameter van 300 m. Het is getypeerd als een heilige berg waar mensen in het verleden schuilden voor invallen en religieuze rituelen uitvoerden. De enige toegang hiertoe is een smalle en steile doorgang die gemakkelijk kan worden geblokkeerd. We lopen naar boven tot halverwege het steile gedeelte. Dan besluit ik dat ik me niet meer hoef te bewijzen; ik wordt een beetje wiebelig en nerveus, niet zozeer het klimmen omhoog als wel het achterom kijken, de diepte in. Hoe durf ik zo meteen weer terug!! Lijkt me niet wijs.
We wandelen de ‘Raso de la Bruma’ het oerbos in zogezegd, met mooi helder weer en lopen naar de top van de Alto de Garajonay 1487 m. een gemakkelijke wandeling. De sfeer op het eiland is zo fijn en bijzonder. Vermoedelijk omdat de toeristen hier veelal natuurliefhebbers/ wandelaars zijn, geen grote hoge hotelcomplexen hier, ze komen enkel met de ferry vanuit Tenerife 😊