In Falmouth is het goed toeven; het is een prima haven om het juiste weather window af te wachten. Naast de laundry zijn hier voldoende supermarkten en vers winkels. Het is een leuk shopping stadje en de schipper ontdekt een heuse grote hobbyzaak de Trago waar hij goed en graag rondstruint. We waren er wel vaker geweest, maar hadden nooit gezien dat er ook nog een hele grote verdieping onder zit en .. daar zit juist alle techniek 🙂 De haven zelf is nog rustig, maar wordt vaak gebruikt door allerlei internationale zeilers als hub van en voor langere afstanden. We treffen de Dockside, een Bestewind 50, welke vanuit de Azoren op weg is naar haar thuishaven Breskens.
Het weer is wisselend van zonnig tot drizzle; we kunnen beschut in het zonnetje een glaasje drinken in de kuip, maar zijn ook erg blij met onze verwarmingsmat onder de kajuittafel om heerlijk warme voeten te krijgen. Dit blijkt echt een goede koop!
We laten ons overzetten door de Ferry naar St. Mawes en maken een hike via het public foothpath over de peninsula. Nou ‘the rolling country’s’; de mooi ogende weidevelden blijken een knollenveld van nabij en de paden worden gevormd door natte klei waarin je voeten worden vastgezogen. De ‘Pennindan loop’ bij Falmouth zelf is beter gebaand en geeft mooie uitzichten over het water, de docks en de ingang van the river Fal.
We besluiten the Scilly’s te laten voor wat het is; we zijn er 2x geweest in 2001 en 2006. Het had gekund, maar dan hadden we ’s nachts met een windje 6 Bf. achter het anker gelegen met uitschieters van 33 kn. Het risico is dat we dan na een doorwaakte nacht anker op gaan richting Ierland. Ik kook alvast een pastamaaltijd vooraf en seal deze in t.b.v. de ijskast. Het apparaat werkt goed t.b.v. afsluiting, echt vacuüm is het niet, maar de ruimtewinst telt. De schipper reserveert een huurauto voor onze aankomst in Cork. Daarmee gaan we eerst 4 dagen het achterland verkennen alvorens verder naar het Westen te varen. We zijn er klaar voor en donderdag 17 mei vertrekken we… op naar Ierland!
Het eerst stuk zeilen we heerlijk met high aspect en grootzeil, halve en later ruime wind E 16 kn. Bij de vuurtoren ‘Long Ships’ kakt de wind volledig in en starten we de motor. Dit blijft zo tot Cork. We draaien ons, 3 uurs, wachtsysteem onder de beschutting van de buiskap in de ingang van de kajuit en zijn blij als we kunnen opwarmen in onze (door onszelf – voorverwarmde ? ) slingerkooi. De nacht is gelukkig droog en helder, maar ook nog steenkoud. Er is weinig scheepvaartverkeer hier op the Celtic Sea en totale blakte. De zee lijkt wel stroperige olie.
Route tot Ierland
Bij aankomst in Crosshaven komt de custaims (Ierse variant) aan boord om onze papieren te checken (volgens de pilots hoeven we niet in te klaren i.v.m. EU). Wat hebben wij dat ze ons altijd weten te vinden? We hebben inmiddels op open zee de Franse, Caraïbische/ St. Maarten, Engelse, Belgische douane aan boord ontvangen en in de haven in Cuba (vanzelfsprekend), België (spiritualiën) en nu ook Ierland 🙂
De haven van Crosshaven is nog erg rustig; hij is slechts voor de helft gevuld. De rest van de boten staat op de kant. Aan boord is er nog geen leven, op een enkele klusser na. We hebben een sterke Wifi hier; dus we genieten van streamen van radio 1, Netflix en bellen met Whatsapp.
De 1e dag reizen we met de bus, 1x overstappen in het centrum van Cork, naar het vliegveld om de auto (Seat Ibiza) op te pikken. Het is een zonnige, nog wel frisse dag. We verkennen het alleraardigste stadje Cork met vele kleine straatjes en haar English Market. We kopen een goede wegenkaart van Ierland en we kunnen verder op pad.
De komende 3 dagen crossen we 1050 km. Vooraleerst naar de zuidoostkant. We verwachten hier niet meer te komen met de boot. We willen westelijk om varen en dan via het noorden terug tot Dublin en dan ergens via ‘the Isle of Man’ terug naar West Schotland. Het schijnt het minst aantrekkelijke/ interessantste deel van Ierland te zijn.
We bezoeken Waterfort (valt tegen) en Kirkeney (aardig oud stadje). Er staat een frisse noordenwind, maar het blijft droog.
De zuidwest route leidt ons naar Killarney en vandaar rijden we ‘the Ring of Kerry’. Het is een lange dag over het bijzonder mooie schiereiland Kerry. Ondanks de regen genieten we van vele mooie vergezichten. Het is een ruig gebied van rotskusten met eilanden ervoor. De bomen zijn pas half in blad, we zien 50 tinten groen afgewisseld met uitbundig bloeiende brem en gele koolzaadvelden.
Daags erop is het op naar Kinsale waar de WAW/ Wild Atlantic Way start. Deze WAW loopt helemaal langs de westkust door tot de noordkust bij Londonderry en is 2500 km lang. We rijden het meest zuidelijke deel; de Haven Coast. De kustroute brengt ons van Kinsale naar Timoleague Abbey, Dromberg Stone Circle en komen uit in Baltimore. Het is een mooi afwisselend landschap en start van de scherenkust. Het is vandaag zonnig en er staat een koude noordenwind.
Voor we op woensdag de auto inleveren foerageren we de boot met verse etenswaren en we scoren hier zelfs Heineken 0.0 De schipper kit het kleine voorluik opnieuw en het lijkt weer droog. We genieten van een drankje en eten voor de 1e keer buiten in de kuip in een heerlijk zonnetje 🙂
Onze eerstvolgende haven is Kinsale, slechts 17 mijl westwaarts. Het is een mooi oud havenstadje. We kunnen er diesel tanken, de was draaien en er zijn goede restaurants. Hierna zal het voornamelijk ankeren worden en beperkter zijn met boodschappen en diesel tanken. We zijn er klaar voor en hebben er zin in.