We varen, dik ingepakt, met een stijve bries (6 Bf.) en donkere luchten op 1 mei de haven uit. De weersvoorspelling zegt dat deze wind snel zal minderen. Dat blijkt ook te kloppen. We worden, met nog één enkele andere zeilboot, snel door de sluis van Bru geschut. In het Zijpe zetten we alleen de fok en willen we hoog aan de wind motorzeilen. We hebben de kuiptent erop laten staan i.v.m. de kou. Dit blijkt geen succes voor ons beiden; we missen handelings- en bewegingsvrijheid. Dus al snel verder op de motor. We varen binnendoor via Middelburg; het tij op de Westerschelde staat ongunstig. We besluiten in Middelburg te overnachten en daarmee kunnen we een (ex-)collega van de schipper treffen. Daags erna met de zgn. ‘blauwe zone’ door het kanaal van Walcheren, door de sluis van Vlissingen en de Westerschelde over. In Breskens hebben we afgesproken te socializen met mijn familie aldaar. Het is een gezellige dag met lekker eten.
Ons plan is nu om via de Engelse Zuidkust naar (West) Ierland te hoppen. Het oorspronkelijke idee om eerst Schotland (Edinburgh – Caledonisch kanaal) aan te doen laten we varen. We verwachten in mei nog koude temperaturen met ook mogelijk mist op zee (i.v.m. het koude zeewater) en om dan 3 etmalen door te zeilen trekt ons niet.
Oostende wordt ons 1e doel om daar in de RNSYC heerlijk te eten zoals altijd. Het is motoren en we krijgen onderweg bezoek van een RIB. 4 mannen van de douane, politie en marine stappen aan boord. Ze maken onze kuip zout met hun natte pakken ☹
Ze checken op paspoorten, zeebrief, reddingsvesten, vuurpijlen, drugssporen en alles wordt in orde bevonden. Ze maken aanstalten om ook de dieseltank te testen op sporen rode diesel als ze terug gesommeerd worden voor een MOB/ Man over Boord melding in de nabijheid. Mooi; kunnen wij verder met onze tocht.
Vanuit Oostende wordt het motoren in dagtochten naar Dover, Brighton, Cowes, Portland, Dartmouth.
We varen in totale blakte in ‘file’ door Boulders street 🙂 Het is al druk in Cowes; morgen/ maandag 7 mei is een bank holiday en het is dus een lang weekend en zo te zien hebben er velen 1 weekje vrij.
Vanuit Cowes vertrekken we ook weer vroeg (6.00 uur) om de stroom bij the Needles mee te hebben. We hebben een gunstig tij/ ritme; wel vroeg op, maar daardoor zie je mooie zonsopkomsten en is er ‘s middags nog tijd om even het land op te gaan. In Portland maken we een flinke wandeling de heuvel van Portland Bill op.
We proberen te zeilen, maar de wind is te zwak NO < 10 kn. Voordeel is nu wel dat het niet zo koud meer is. De temperatuur loopt geleidelijk aan op tot 18 graden. Op het land lijkt het al aardig zomers te worden. We gaan stug door onder het motto dat het weer ons vanzelf wel zal dwingen om ergens een pauze in te lassen. En dat doet het ook; onderweg naar Darthmouth komt het voorspelde front aanzetten. De aanvankelijke lichte mist verdwijnt en de temperatuur zakt snel, evenals de barometer. Spijtig dat de wind pal op kop staat: West 20 kn. dus. We zetten zeil en zijn blij dat we in de haven reeds de genua gewisseld hebben voor de high aspect.
In Dartmouth blijven we een dagje liggen i.v.m. een weersvoorspelling W 4-5 Bf. We maken een flinke wandeling de heuvel op en via de velden terug. De regen blijft uit.
Daags erna maken we los en varen uit. Het is hier op de rivier lastig beoordelen hoe het buitengaats is. De voorspelde winden komen uit het, gebruikelijke, westelijke kwadrant (NW-W-SW). We knippen het traject op; eerst naar Plymouth (dan hebben we de kaap gerond) en daarna naar Falmouth.
Op weg naar Plymouth kunnen we voor het eerst zeilen. De wind is W 14 kn. en draait later iets naar ZW. Het is hoog aan de wind om de kaap van Start Point te ronden. We krijgen veel water aan dek. De voorluiken gaan lekken op de scharnieren en ik wordt zeeziek ☹ Gelukkig komen dolfijnen ons opvrolijken.
We meren af in de duurste Marina (3.50 pond p m.) Queen Anne’s Battery, maar … ze geeft ons een vrije overnachting; het is de 7e overnachting in hun systeem (2001- Chatham 2017- 2018) 🙂
Daags erna staat er een SW 5-6 en dat is hier goed te horen. We wandelen door Plymouth, vluchten een shopping mall in voor de regen en willen ons fêteren op een heerlijke lunch. Dat is iets teveel gevraagd hier; we lopen ‘heel’ Plymouth door en het pakt uit in een vette salade. Spijtig toch dat ze dit zo verprutsen. Ik vraag thee en vergeet te zeggen ‘without milk’; wat een loerie haha. We genieten aan boord van de kachel en klussen/ lezen onder begeleiding van een muziekje.
De tocht naar Fallmouth is wederom motoren met een ZO 10 kn. Het is fris, maar het blijft droog. De buien trekken achter ons langs tot we aangemeerd zijn 🙂
Hier draaien we de was en bereiden we ons voor op het volgend traject. We laten de Engelse Zuidkust achter ons en willen heel ambitieus via the Isles of Scilly’s de oversteek naar Ierland (Cork) maken. Of dat gaat lukken met het geëigende weerpatroon is de vraag. Voor the Scilly’s ( 60 mijl W.) wil je een stabiel weerpatroon hebben met niet teveel harde westelijke winden om goed en beschut te kunnen ankeren. Vanuit the Scilly’s is het zo’n 132 mijl NW naar Cork. Dat betekent 24 uur doorzeilen in de onbeschutte wateren van the North Atlantic. Dus ook rekening houden met the swell/ deining. We pakken de pilots er weer bij en volgen de gribfiles nauwkeurig.