Routekaartje Peninsulas
In Kinsale is het D-day; het Ierse referendum m.b.t. abortus wordt vandaag gehouden. We hebben de afgelopen week veel emoties voorbij zien en horen komen; zowel live op straat als op de radio. Met name het NEE kamp bedient zich van veel emotie zowel in taalgebruik (spreken over moord op baby’s) als bij de beelden op de affiches (er worden voldragen baby’s getoond). De uitslag wordt een JA. Er moet nu nog wel veel uitgewerkt worden.
Fijn is het om een goede internetverbinding te hebben. Het is dan wel niet altijd 4G maar we zijn wel bijna altijd continu online v.w.b. mail en WhatsApp. We varen nu natuurlijk ook dicht langs de kust. Daarnaast is het nu ook betaalbaar om te beschikken over voldoende data, om dagelijks de krant en podcasts te downloaden. Dat is toch wel een hele vooruitgang in vergelijking met 2010-2012.Toen moesten we in elk dorpje naar de kant (met een 10’ laptop) op zoek naar internet en/of een wificode welke we dan evt. ook op de boord pc konden gebruiken met een sterke antenne. Voorwaarde was wel dat de verbinding voldoende bandbreedte had t.b.v. iets te downloaden (mail) en/of skypen. Wat heeft die smartphone toch een veranderingen teweeggebracht. Mijn lurkgedrag is hierdoor afgenomen; ik weet me verzekerd van voldoende input en connectie.
Vanuit the Haven Coast komen we in the, five, Peninsulas van West Cork en Kerry; een scherengebied met rotsen welke zich hoog als een ruggengraat uitstrekt in de Atlantische oceaan. Hier ontstaat het einde -van-de-wereld gevoel.
Mooie, tot de verbeelding sprekende, namen van rotsen en kapen komen voorbij: Fastnet Rock, Mizen Head. We zien ze slechts in de nevel en regen.
We treffen het met het weer; na Crookhaven wordt het droog, warmer en zonnig, rond de 20 graden. De keerzijde is dat we veel motoren; de wind blijft onder de 10 kn. met soms wat seafog. Nou ja beter als verwaaid liggen en/of op moeten boksen tegen een harde W-wind. Onze reis in chronologische volgorde:
Na Kinsale is onze eerst stop Baltimore. Een lekker stukje, wel erg fris, zeilen met E 12-13 kn. We krijgen een plaatsje aan de lokale pontoon en de vislucht er gratis bij ? Ze genieten dit weekend van de havenfeesten. Het stelt niet zoveel voor; wat roeiwedstrijden, wat traditionele zeilbootjes, een rondvaartboot door de baai en op de kant hebben de locals zich verzameld op het pleintje buiten de pubs waar de Ierse muziek schalt en de Guinness rijkelijk vloeit. De, vrouwelijke, havenmeester is zo vriendelijk om morgen ‘iets’ te halen voor mijn schipper in het meest nabije plaatsje Skibbereen. Ze woont er toch vlakbij en voor ons is 8 mijl toch een eind lopen/ fietsen. Ze brengt op zondagmorgen een fles pruimensap mee. Alles is welkom; ik heb mijn boordapotheek niet op orde en geen laxantia in huis. Dacht we zijn altijd wel ergens in de buurt; niet dus ☹
We varen binnendoor naar Crookhaven al navigerend tussen de rotsen en een enkele zeehond door. Ik schrik als ik vlak naast de boot een rots zie opduiken welke niet op de kaart staat. Het blijkt de vin van een (Basking) shark te zijn; enorm van afmeting! Crookhaven is een natuurlijke, goed beschutte ankerbaai. Veel plaats voor het anker blijft er niet over i.v.m. de moorings. Dan pakken we die toch en zullen gaan betalen bij O’Sullivans bar zoals de pilot vraagt. De Minoris wordt opgepompt; de nevel gaat over naar een drizzle en vervolgens naar een gestadig vallende regen. In de pub is het gezellig druk. Hele families vermaken zich en op de tv staat Hurling op; de nationale sport hier. We besluiten om hier te blijven eten en we vermaken ons prima zo.
Daags erop ronden we Mizen Head in de nevel en is Fastnet rock op 5 mijl überhaupt niet meer te zien; gisteren nog een beetje. We slaan Dunmanus bay over en duiken Bantry bay in, om op het einde in de noordoosthoek beschutting te vinden in Glengarriff. De nevel is opgetrokken en het is zowaar zonnig. Het dorpje stelt niet zoveel voor. De toeristische trekpleister is Garinish Island in de baai. Oftewel Ilnacullin op zijn Gaellic. Het eiland is een botanische tuin; we bezoeken het met onze Minoris. Met name het contrast tussen de gecultiveerde tuinen en doorkijkjes naar de omliggende ongerepte natuur is mooi.
We hoppen de noordkant van de baai 10 mijl terug naar het westen. Adrigole is een ‘gorgeous’ ankerspot aldus de pilots en maakt dat ook waar. Het ligt omringd door hoge heuvels o.a. Hungry Hill. De baai wordt bewoond door vele zeehondjes welke bij laag water lui op de rotsen liggen te zonnen. We genieten van een mooie warme zonnige dag. We maken een wandeling naar het dorpje langs de baai, maar er is weinig op de kant en het is opletten geblazen. De auto’s rijden hier hard over de slingerige WAW.
Van hieruit varen we ten noorden van Bere Island 7,5 mijl naar het westen en gooien ons anker uit in Castletownbere. Het is de grootste vissershaven van SW Ierland en we liggen er midden tussenin. Zij liggen hier met hun kont aan 2 lijnen aan de kade; dat spaart ruimte. Er is een ‘Super Valu’ supermarkt en we slaan vers waar in en besluiten te barbecueën vanavond. De zeemist komt opzetten en… we bbq-en midden tussen draaiende motoren en ronddrijvende diesel in het water 🙁
Op naar de volgende baai, deze wordt gevormd door Kenmare river. We varen tussen het vasteland Beara en Dursey Island door. Het is verbonden met een gondelbaan, doorvaart 25 m. hoogte. Vanuit Dursey Island kun je uitkijken op de 3 grote rotspunten in zee genaamd the Bull, the Cow & the Calf. De kapen hier heten van Z naar N; Sheep’s Head & Lamb’s Head. Heel landelijk allemaal en er komen goede lekkere kaasjes vandaan 🙂
Onze eerstvolgende ankerbaai, wederom met uitbundig bloeiende rododendrons, is Sneem aan de noordzijde van de Kenmare river. Hier zijn we met de auto reeds geweest toen we The Ring of Kerry reden. We hebben toen gezien dat het toch gauw zo’n 4 km. lopen is naar Sneem. Maar je kunt met de dinghy 1,5 mijl het riviertje op; 4 uur voor t/m 4 uur na HW/ Hoog Water. Dat proberen we natuurlijk uit en letten op voor het wier; daar liggen de droogvallende rotsen. We eten wederom prima in Sneem.
Uit Sneem vertrekken we later i.v.m. de seafog welke eerst op moet trekken. Er is geen wind en/of swell van betekenis dus kunnen we Derrynane aanlopen. Een perfect beschutte ankerplaats voor alle harde winden met een mooi strandje. Wel op voorwaarde dat de zee rustig is want de ingang is er erg smal tussen de rotsen door.We maken hier wederom een wandeling over het land en drinken een Lager in de pub aan het strandje.
We gaan door naar Valentia Harbour, maar wel via Great & Litlle Skellig. Zo kunnen we op eigen vervoer deze 2 imposante rotspunten (214 m. en 130 m. hoog) aanschouwen. Er landen en/of ankeren is geen optie. De rotspunten rijzen hoog en scherp op uit de oceaan en eromheen is het minimaal 20 m diep. De enige landings-pier is voor het in-/uitstappen van dagjesmensen welke de 600 treden naar het vroegchristelijke klooster op Great Skellig nemen (85 euro p.p.) De boten blijven buiten wachten. Little Skellig is een natuurreservaat en een van de grootste vogelkolonies jan-van-gents ter wereld. En yes… we spotten onze eerste puffin!
Derrynane – > Valentia Harbour: Little Skellig
In de drizzle door naar Valentia Harbour bij Knight’s Town. Net ervoor, in Dingle Bay, worden we weer gefêteerd op bezoek van de custaims. We denken dat we ze werk verschaffen; ze zijn allervriendelijkst en uiterst beleefd en checken slechts onze papieren (pas en zeebrief). Valentia Harbour heeft slechts een breakwater; de inrichting van de haven voor zo’n 200 ligplaatsen is niet verder gestart.
Het valt ons op dat we nergens/ met veel moeite buiten de Marina’s ons huisvuil kwijt kunnen. Er zijn geen openbare vuilnisbakken terwijl er wel een boete staat op zwerfafval. Kennelijk hebben ze nog niet nagedacht hoe ons, cruisers tegemoet te komen 🙁
We steken Dingle bay over naar het noorden, naar het stadje Dingle op het schiereiland Dingle zelf. Hier is op zondag aardig wat reuring met rondvaartbootjes, toeristen en wandelaars. Ook de haven is, relatief, druk en we treffen internationale zeilers (Auckland, France, England). De Kiwi Roa ligt hier een custom-designed self-build aluminium yacht van 52 ft. door Peter Smith (www.petersmith.net.nz). Hij is ook de designer van de Rocna-anchor range.
We vermaken ons wel in Dingle; er is genoeg te zien/doen. We vieren onze trouwdag, De schipper haalt diesel met cans op het vouwfietsje en crost het hele stadje door op zoek naar passende O-ringen voor de Minoris. We doen de handwas (de machines zijn out of order), halen vers boodschappen en het lukt me om een afspraak te maken bij een kapper. Ze moet eerst een allergietest uitvoeren t.b.v. het kleuren i.v.m. de aansprakelijkheid en dat duurt 1 dag 🙁
Het is zonnig/ bewolkt 15 kn. wind uit het noorden. Het wachten is op het draaien van de wind. Hij komt uit het noorden en ….laten we nou net naar het noorden willen. Eerst naar the Blasket Islands (Great Blasket), maar daar ligt de ankerplek niet beschut tegen noordelijke winden en dan naar de noordkant van het schiereiland Dingle (Smerwick Harbour; eveneens open naar het noorden) of direct naar the Aron Islands (60 mijl noordoostelijk).