Bijzondere kleurenpracht van de Bahamas
Vanuit Cuba zijn we via Long Island (voor anker gelegen voor Clarence Town) en Conception Island aangekomen in George Town, de hoofdstad van de Exuma’s (zie SSB berichten).
Het waait hard; 20 knopen uit het noorden en we zoeken beschutting onder de wal van Stocking Island, richting Sand Dollar Beach. Het wordt al een natte dinghytocht naar het St. Francis Resort om een internetticket te kopen (2$ per uur) dus we laten George Town vandaag maar even voor wat het is. Het is toch een (dinghy)oversteek van zo’n kleine 2 mijl en er staat een flinke golfslag. De Bahamas zijn redelijk van God, dus zal er op zondag niet veel te beleven zijn en ook nog eens overfee betalen voor het inklaren (met een verplicht cruisers-permit à 300 US$) vinden we lichtelijk overdone. Ook niet geheel onbelangrijk; ik vermaak me uitstekend met de binnengehaalde 10,4 Mb aan (79) mails over de afgelopen 3 weken. Wat heerlijk om gewoon weer eens contact te hebben met de buitenwereld, te kunnen surfen op de weblogs van medevertrekkers en onze eigen website te kunnen uploaden.
Het is echt ander weer hier; de dekbedden komen uit de kast, het is ook nog winter 🙂
Daags erop gaan we op pad naar George Town zelf, om in te klaren (slechts customs & immigration), vuilnis kwijt te raken en het dorp te verkennen. Het dorp is kleiner als de cruisersgemeenschap ervoor, maar is erg hartelijk en spint er goed garen bij. Op de kant kunnen we ook goed skypen en doen dat ook driftig. Ook de was wordt hier sinds lange tijd weer gedaan met warm water en is heerlijk fris en schoon, totdat…
Terwijl ik op de kant blijf en alvast ga skypen gaat de schipper “even” terug naar de boot om lege gasflessen te halen, welke ze hier kunnen vullen. Na 75 min. skypen wordt ik toch een beetje ongerust, pak mijn boeltje in en ga op onderzoek uit. Een andere dinghy is zo aardig me naar de boot te brengen. Wat blijkt; daar staat hij te sleutelen aan het motortje. Hij is omgeslagen en kopje onder geweest met de dinghy, motortje en alles wat erin zat. Ja, ook de schone was, deze zat gelukkig in een plastic zak in een tas en veel is droog gebleven. Zo’n 8 pk kan hard varen dus. Achteraf blijkt dat het motortje niet recht blijft staan als je de gashendel “even” loslaat. Hij was net de waszak naar achter aan het trekken om te beschermen voor de golven. Nou ja, ben nu alleen wat shirts verloren, die zaten los in een andere tas om op de lijn te drogen i.p.v. in de droger daar. Het motortje doet het weer. De gespoelde was, geld, creditcards en wat kleine elektronica (USB sticks e.d.) hangt buiten te drogen en blijkt het nog te doen 🙂 Gelukkig had ik de rugzak met de laptop en de 2 e-books (om te lezen tijdens het wachten bij de wasmachines) bij me en die gezonken shirts… nou dan gaan we wel weer op zoek naar nieuwe. Zelf vaart hij nu rustiger en met een stopkoordje om zijn pols. Hij werd gelukkig opgemerkt door een zeilboot en ze waren zo aardig om te helpen alle spullen bij elkaar te brengen en hem naar de Minor te slepen.
De gasflessen zijn daarna toch nog weggebracht en gevuld. Nu kunnen we tot Europa vooruit met alle gasflessen vol (27 kg) en hoeven we geen USA fles aan te schaffen.
We luisteren elke ochtend om 8.00 uur naar het cruisers-netje op de VHF om te weten wat er te doen is en georganiseerd wordt. Als je wilt kun je aansluiten bij domino’s en/of volleybal op het volleybal beach of gewoon socializen bij de Chat N’Chill bar. De roggen welke daar zwemmen zijn gewoon tam gemaakt met de conchresten van de Conch Salad Bar.
We hebben vers boodschappen gedaan voor de, grotendeels, onbewoonde eilanden van de Exuma’s. Maar we stellen het vertrek een dag uit, nadat ik mijn wijsvinger klem aan de toiletpomp. Het systeem blijkt een soort van guillotine; een dunne scherpe rand welke over het huis valt en “hapt” een stukje vel met vlees weg 🙁 Hoe zat het ook alweer met de aansprakelijkheid/ claims in de USA? Waarom komt me dat letsel zo bekend voor? Is het een streven van mij om bijgeplaatst te worden in de galerij bij stoere mannen welke een stukje vingertop missen :-)? Voorlopig hou ik me gedeisd met snorkelen en gelukkig geneest hij ongecompliceerd.
Sinds de SSB in Puerto Rico gerepareerd is hebben we dagelijks contact met de Lizzy (de Dominicaanse Republique) en de Stamper (Los Roques) en 2x per week met de “Dutchies @ Sea” (de Bodyguard in Puerto Rico en de Sally Lightfoot in Aruba), hetgeen erg gezellig is.
Op ons gemak, d.w.z. na de dagelijkse SSB chat en het ontbijt, hoppen we kleine stukjes van zo’n 15 mijl, naar het noorden, richting Nassau. Het weer is erg rustig en het is meestal motorzeilen met de fok uit.
De Bahamas is een cruisers paradijs voor, met name, Amerikanen en Canadezen. Velen zeilen hier maanden en seizoenen rond. Het is voor hun slechts een aantal uren vliegen vanaf hun thuisbasis.
De Bahamas zijn erg mooi v.w.b. de kleurschakeringen en dat over grote oppervlaktes. De ondiepe, westelijk gelegen, Exuma’s Sands variëren van helder lichtblauw tot turkoois water afhankelijk van de diepte welke wisselt van 4 tot 2,5 m. De diepe, oostelijk gelegen Exuma’s Sounds heeft zijn indigoblauw kleur van de Atlantische oceaan. Ertussen liggen de Exuma’s: een eilandenketting van 100 mijl lang en slechts een 0,2 mijl (~ 300 m) breed. Hier tref je goudgele zandstranden, lichtbruine tinten en volop groene eilanden en hemelsblauwe luchten.
We zien in het ondiepe water niet zo heel veel vissen, met uitzondering van enkele roggen en deze hebben dan een groot formaat (~ 75 cm.), ook wel apart moet ik zeggen. Wellicht ligt het aan het feit dat ik minder gesnorkeld heb hier t.g.v. mijn vinger, maar we krijgen de indruk dat het hier redelijk overbevist is. De watertemperatuur is hier afgenomen naar ca 23 graden. Je kunt nog wel snorkelen maar niet te lang zonder pak.
De Bahamas hadden voor mij altijd een connotatie met luxe; dat valt wel mee. Het is er wel duur. Hier wat dagelijkse prijzen: 1 brood à 7.95 US$, 0,5 L yoghurt à 4,50 US$, 5 bananen à 7.50 US$, een lokaal pilsje (Kalik) drinken buitenshuis à 4 US$. Dat kan ik nog snappen; veel moet ingevlogen worden hier vanuit de V.S. Het lijkt qua sfeer een beetje op onze Waddeneilanden, alleen veeeeel grootschaliger. We moeten ook sinds lange tijd weer rekening houden met het getij en stroom, er is maar maximaal 1 meter verval.
Ze hebben geen eigen agrarische teelt of veehouderij, met uitzondering van de visvangst van conch en grouper en het houden van hun eigen huiskippen. Maar ze vragen hier voor een gevlochten broodmandje (heet hier “Art/ Kunst” haha!!) 85 US$. Belachelijke prijzen, kennelijk zijn er toeristen die dat ervoor betalen (Americans??).
We “laten onze spijker vallen” (ankeren) op onze route naar het noorden bij:
Adderley Cay/ Leaf Cay: Erg mooie natuur, onbewoond en rustig. ’s Avonds het Zuiderkruis bekeken bij een heldere sterrenhemel. Met veel stroming en golven over de passage (“the Cut”) terug van de Exuma’s Sand naar de Exuma’s Sounds.
Little Farmers Cay: Kleinschalige “Marina’” voor locals met een leuke wandeling over het bewoonde eilandje. We drinken nog een pilsje bij de “Marina” en maken tegelijkertijd gebruik van hun internet om mail op te halen en te skypen, we swoppen tevens wat “recentere” leesboeken. Achteraf krijgen we de rekening gepresenteerd: 8 US$ extra (?) voor het internet, wellicht omdat we geen mooring à 8 US$ nodig hadden?. Vanaf Little Farmers Cay blijven we aan de ondiepe Exuma Sounds/ Great Bahama Bank.
Staniel Cay: We wandelen door het dorp, scoren hier vers brood, bananen en heerlijk vers bananenbread (kruising tussen een peperkoek en cake). Op de kleinere eilanden is af en toe iets te krijgen, afhankelijk wanneer de bevoorradingsboot is geweest.
We varen met onze dinghy naar Thunderball Grotto. De befaamde grot waar in 1965 de gelijknamige film is opgenomen van James Bond/ 007. De dinghy knoop je vast aan de daar klaarliggende mooring (spitsuur rond doodtij) en je zwemt, bij voorkeur dus op doodtij, de grot in. De lichtinval is bijzonder door de gaten in de limestone koepel. We hadden toch nog een redelijke stroming en zagen vnl. “Sergeant Majoortjes”. Had mijn hand netjes ingepakt in een latex handschoen 🙂 We spotten in de omgeving ook nog een gezonken vliegtuigje en een rog van 75 cm.
Big Majors Spot: Een eiland bekend om haar zwemmende “wilde” varkens. Ze zijn redelijk brutaal en klimmen gerust je dinghy in om afval-eten te scoren.
Warderick Wells: Het centrum van “The Exuma Cays Land & Sea Park” Met als adagium: Please take only photographs, leave only bubbles & footprints 🙂 Erg mooie natuur; we vonden niet heel erg veel vis en/of koraal. Of zijn we ge-/ verwend??
Normans Cay: Dit was in het verleden de basis van de beruchte Colombiaanse drug runner, Carlos Leder. Je vindt er nog resten van een aanlegsteiger, gezonken Pipercub enz. Gelukkig hebben de Bahamas hun reputatie kunnen herstellen van “the bad old days of Bahamian drug trading”
Highbourne Cay: We varen hier slechts “de baai” in en uit; er staat teveel deining/ swell uit het Zuidwesten en willen de vastzittende Amerikaan niet nadoen, gelukkig lukt het hem om op eigen kracht/ met dinghy los te komen. Hij heeft geen hulplijntje nodig 🙂
Allans Cay: Hier liggen we rustig voor de swell en bekijken het (dagelijkse) toeristische schouwspel van de twee powerboats uit Nassau, met elk zo’n 40 (betalende) opstappers, welke de iguana’s komen voeren met speciaal gekocht voer. Het zijn dikke brutale beesten welke lichtelijk agressief zijn (bijten).
Onze volgende stop brengt ons, motorzeilend, 30 mijl noordelijker naar New Providence met Nassau als de hoofdstad van het eiland en het bestuurlijk centrum van de Bahamas. Het surrealistische Atlantis Resort op Paradise Island domineert de skyline.
Volgens de pilots is de ankergrond hier niet zo goed, door achtergebleven rotzooi, stroming en golfslag van voorbijkomende schepen. We willen het zelf eerst eens aanzien en ervaren alvorens een Marina in te duiken. Prijzen variëren van 1,75 US$ tot 4 US$ per foot per dag. Het waait de eerste dagen hard; 18-20 kn. uit het oosten en de Minor blijft keurig op haar plek.
Wij ervaren de Bahamas als een mooie natuur, maar ook wel contactarm. Er zijn weinig tentjes waar de cruisers elkaar treffen, m.u.v. George Town en Nassau. De meeste eilanden zijn onbewoond. De boten onderweg zijn voornamelijk op zichzelf en erg gezapig, minder cruisersgemeenschap als in de Carieb. Dus het is veelal varen met zijn tweetjes, veel gelezen en ’s avonds een film gekeken. We hebben inmiddels voldoende films op een harde schijf staan en ook de gedownloade Podcast’s (“Met het oog op morgen”) zijn heerlijk om af te luisteren. Internet (loopt hier via satellietverbinding) is spaarzaam in de Exuma’s. We zijn beiden een beetje “onderprikkelt” hier. Vakantiegangers en thuisblijvers zouden zeggen: “wat zeur je nu”, ben blij dat je niet werkt en “overprikkelt” wordt. Het is ook nooit goed dus. Wat steekt een mens moeilijk in elkaar :-). We slaan aan het scrabbelen, want de kaarten “waaien uit de kuip” en het bevalt ons prima.
De “stad” Nassau vinden we een rommelige stad à la Caribbean. De befaamde Potters Cay met haar conchtentjes ogen shabby. Er liggen nu 3 cruise boten aan de kade, vol met toeristen, allen op zoek naar de bekende “bling bling”.
We doen er de was, kopen vers voorraad eten en varen met de dingy naar de overkant voor een bezoek aan Atlantis. Dit ligt op Paradise Island tegenover Nassau.
Het is een groot en luxe opgezet Resort inclusief een Marina, shopping village, casino en het grootste buiten, open water aquarium van de wereld (kosten meer dan 160 miljoen $). Kijk over en langs de obese Amerikanen bij de zwembaden en stranden en je ziet geweldige lagunes en aquaria. Dat laatste is ons doel en de toegangsprijs, 39 $, waard.
In “The Dig” loop je rond en waan je je in het verdronken land van Atlantis waarom heen o.a. twee reuze manta roggen, diverse spotted eagle rays en zebra sharks zwemmen. In de Predator Lagoon is het apart om in een transparante onderwater tunnel te lopen en boven je vissen van de diepzee te aanschouwen zoals Goliath groupers, grote barracuda’s en diverse haaien. Lopend over een touwen hangbrug zie je onder je de hammerhead sharks en smaltooth zaagvis in hun natuurlijke habitat (3,2 miljoen gallon zout water wordt hier rondgepompt).
We verlaten Nassau en hoppen in 3 dagtochten naar het westen; op naar Miami. De 4 tot 2,50 m. ondiepe en 75 mijl brede Great Bahama Bank, willen we bij voorkeur met daglicht oversteken. Dat betekent dat we ons anker “zomaar”, weliswaar buiten de “vaargeul van waypoints”, ergens op diezelfde bank uitgooien. We genieten daar van een verse sushi in een bijzondere omgeving. We hebben ‘s middags een skipjack tuna aan de haak geslagen. Het is een mooie dikbuikige vis van 50 cm en we houden toch zo’n 1,5 kg aan visvlees over 🙂
We vinden het ook wel spannend om te ankeren midden op de Great Bahama Bank zonder enige beschutting van een rif. Als het anker ook nog lichtjes begint te kruien, door het zeegras op de bodem, kun je je voorstellen dat we hier beiden niet zo geweldig slapen.
Bij aankomst in South Bimini aan de westelijke zijde van de Great Bahama Bank staat er zo’n 10-15 knopen wind en bieden de ankerplaatsen weinig beschutting voor de zuidwestelijke golven en deining. De avond valt al in en ik denk (maar spreek niet uit) “dit wordt niks” we vinden hier nergens een beschutte ankerplek voordat het donker is, laten we toch maar een Marina ingaan. Maar de schipper geeft niet snel op en wilde nog naar een plekje achter een rots; “misschien zijn daar minder golven” en yes, dat was gelukkig zo. Dus perfect gelegen en geslapen achter Turtle Rock 🙂
Het oversteken van de Golfstroom begint met veel golven en deining. Eenmaal vrij van het ondiepe water zeilen we als een speer met 7 kopen SOG. We hebben een Zuidenwind van 15 kn en de Golfstroom nagenoeg dwars. Het is niet echt verstandig om de Golfstroom over te steken met een noordelijke component in de wind, dit kan extreem hoge golven veroorzaken. Voor morgen is er een Noordenwind van 20-25 kopen voorspelt, dus willen we er graag zijn. Bij de aanloop, in het ondiepe deel, voor Miami staat er flink dwarse stroom en golfslag.
Yes; we zijn in de USA! Weer een mijlpaal bereikt en terug in de geciviliseerde wereld en wat een indrukwekkende skyline. We zijn benieuwd wat de U.S.A. ons brengt.